Als alle dagen
Zich als zwarte brij
Aaneenrijgen
Als ik moet zoeken naar voldoende licht
Kleuren zich alleen
In negatief nog tonen
Als mijn rolletje vast loopt
Mijn onderwerp onscherp blijft
Kom je dan naast me staan
Reik je me een vaste hand
Eén die me helpt stabiel te blijven
Zodat ik mijn focus kan bepalen
Mijn beeld weer helder wordt
En ik weer scherp kan stellen
In dit wankele bestaan.
vrijdag 1 december 2017
vrijdag 17 november 2017
Mislukkeling
Oei wat is het ongelofelijk spannend om deze blog te schrijven en straks te delen, maar toen ik aan deze website begon had ik me voorgenomen om te schrijven alsof niemand het zou lezen. Daar ga ik me aan houden.
Het kan een tijdlang goed gaan met me, of lijken te gaan en dan opeens is het daar toch weer. Zomaar ineens, net in de auto op weg naar huis, overviel het me. Een overweldigend gevoel van mislukking.
Mislukt in het leven. Op dit moment voel ik mee bijzonder nutteloos en leeg. Een mislukkeling.
Eens zien of ik kan ontdekken waar het vandaan komt. Meestal lukt dat als ik maar gewoon ga tikken, zonder na te denken. Dus zo ook nu maar.
Vandaag en gisteren ben ik netjes drie uur op mijn werk geweest, zoals het van me verlangd wordt. Ik heb ook verslagen gemaakt over de inhoud van mijn werk en van de voortgang van mijn re-integratie. Ik moet immers netjes mijn re-integratielijn volgen, anders blijf ik in gebreke. Waarom ik die lijn moet volgen als in elk verslag over mijn ziek-zijn staat dat ze er vanuit gaan dat ik toch niet terug zal kunnen komen in mijn huidige functie, is me een raadsel. Aan de andere kant staat ook in die verslagen dat ik moet re-integreren, met als doel dat ik 17 maart mijn volledige takenpakket weer op gepakt heb. Ehm... huh?
De verslagen waar ik op doel zijn opgesteld door een bedrijfsarts van het bestuur waar ik onder werk. Bedrijfsarts nummer één was dat. Inmiddels heb ik vanmiddag een afspraak staan met bedrijfsarts nummer drie (in nog geen twee jaar). Deze meneer heb ik nog nooit gezien, maar hij moet straks wel met mij de formulieren gaan invullen voor het UWV, die over mijn ziek-zijn gaan. Er wordt dan vastgehouden aan een Functionele Mogelijkheden Lijst van april dit jaar.
Oh..., maar gelukkig is er geen steek veranderd natuurlijk sinds afgelopen april! Of.., oh wacht.. toch wel! Ontzettend veel! Hoe krom is dit alles??!
Wat ook krom is, is dat ik als werknemer niet één foutje mag maken, niet één woord mag gebruiken in mijn mails dat voor meerdere interpretaties mogelijk is. Niet één keer eerder naar huis 'mag' gaan als ik merk dat het niet gaat, of later komen als het moeilijk was om te vertrekken. Dat wordt dan namelijk gezien als 'hakken in het zand'. Met zwaailichten, alarmgeluiden en een twee wekelijkse meldplicht bij de bedrijfsarts (ja,die nieuwe) en casemanager erbij (die zelf overigens opeens een maand niet meer reageerde op mijn mails en over wie ik via via moet horen dat ze ziek is).
Tjonge, toch handig dat ik dit nu allemaal uit tik. Ik kom er opeens achter dat dit gevoel dat mij plotseling overviel in de auto niet persé een gevoel van mislukken is, maar ook van heel veel boosheid.
Boos op de enorm kromme organisatie die hier achter zit. Een organisatie die 200% accuraatheid, stiptheid en toewijding eist van haar medewerkers (prima, krijg je, voor zover ik dat in mijn ziek-zijn kan geven), maar die zelf blijkbaar met 80% inzet weg kan komen.
Ik kan niet zeggen dat ik me nu veel beter voel, nu mijn gevoel van mislukken (voor een groot deel) is overgegaan in een gevoel van boosheid. Mede omdat ik met die boosheid eigenlijk bijzonder weinig kan. Het is wel fijn om te weten dat er iets achter zit. Dat het niet zomaar een gevoel is dat 'uit de lucht komt vallen'.
Nu moet ik het alleen nog zien kwijt te raken (samen met dat restje 'mislukkeling' dat er nog wel zit en dat met andere zaken te maken heeft).
.
Het kan een tijdlang goed gaan met me, of lijken te gaan en dan opeens is het daar toch weer. Zomaar ineens, net in de auto op weg naar huis, overviel het me. Een overweldigend gevoel van mislukking.
Mislukt in het leven. Op dit moment voel ik mee bijzonder nutteloos en leeg. Een mislukkeling.
Eens zien of ik kan ontdekken waar het vandaan komt. Meestal lukt dat als ik maar gewoon ga tikken, zonder na te denken. Dus zo ook nu maar.
Vandaag en gisteren ben ik netjes drie uur op mijn werk geweest, zoals het van me verlangd wordt. Ik heb ook verslagen gemaakt over de inhoud van mijn werk en van de voortgang van mijn re-integratie. Ik moet immers netjes mijn re-integratielijn volgen, anders blijf ik in gebreke. Waarom ik die lijn moet volgen als in elk verslag over mijn ziek-zijn staat dat ze er vanuit gaan dat ik toch niet terug zal kunnen komen in mijn huidige functie, is me een raadsel. Aan de andere kant staat ook in die verslagen dat ik moet re-integreren, met als doel dat ik 17 maart mijn volledige takenpakket weer op gepakt heb. Ehm... huh?
De verslagen waar ik op doel zijn opgesteld door een bedrijfsarts van het bestuur waar ik onder werk. Bedrijfsarts nummer één was dat. Inmiddels heb ik vanmiddag een afspraak staan met bedrijfsarts nummer drie (in nog geen twee jaar). Deze meneer heb ik nog nooit gezien, maar hij moet straks wel met mij de formulieren gaan invullen voor het UWV, die over mijn ziek-zijn gaan. Er wordt dan vastgehouden aan een Functionele Mogelijkheden Lijst van april dit jaar.
Oh..., maar gelukkig is er geen steek veranderd natuurlijk sinds afgelopen april! Of.., oh wacht.. toch wel! Ontzettend veel! Hoe krom is dit alles??!
Wat ook krom is, is dat ik als werknemer niet één foutje mag maken, niet één woord mag gebruiken in mijn mails dat voor meerdere interpretaties mogelijk is. Niet één keer eerder naar huis 'mag' gaan als ik merk dat het niet gaat, of later komen als het moeilijk was om te vertrekken. Dat wordt dan namelijk gezien als 'hakken in het zand'. Met zwaailichten, alarmgeluiden en een twee wekelijkse meldplicht bij de bedrijfsarts (ja,die nieuwe) en casemanager erbij (die zelf overigens opeens een maand niet meer reageerde op mijn mails en over wie ik via via moet horen dat ze ziek is).
Tjonge, toch handig dat ik dit nu allemaal uit tik. Ik kom er opeens achter dat dit gevoel dat mij plotseling overviel in de auto niet persé een gevoel van mislukken is, maar ook van heel veel boosheid.
Boos op de enorm kromme organisatie die hier achter zit. Een organisatie die 200% accuraatheid, stiptheid en toewijding eist van haar medewerkers (prima, krijg je, voor zover ik dat in mijn ziek-zijn kan geven), maar die zelf blijkbaar met 80% inzet weg kan komen.
Ik kan niet zeggen dat ik me nu veel beter voel, nu mijn gevoel van mislukken (voor een groot deel) is overgegaan in een gevoel van boosheid. Mede omdat ik met die boosheid eigenlijk bijzonder weinig kan. Het is wel fijn om te weten dat er iets achter zit. Dat het niet zomaar een gevoel is dat 'uit de lucht komt vallen'.
Nu moet ik het alleen nog zien kwijt te raken (samen met dat restje 'mislukkeling' dat er nog wel zit en dat met andere zaken te maken heeft).
.
Labels:
afspraak,
bedrijfsarts,
boos,
deadline,
depressie,
depressief,
gevoelens,
maatschappij,
mislukkeling,
mislukt,
moet,
moeten,
nee zeggen,
perfectionisme,
tegenzin,
Teleurgesteld,
voortgang
woensdag 15 november 2017
Rennen of stilstaan
Ik weet wat het is! Het is er rennen of stilstaan!
Er zit niks tussen, geen langzaamaan, half werk. Het moet of nu allemaal af, klaar, weg, opgeruimd of helemaal niet. Maar dan echt helemaal niks, helaas. Dan is het moeilijk om iets anders te doen, iets ‘leuks’.
Als het rennen eenmaal begonnen is, is het niet tegen te houden en gaat er een soort adrenaline rush door me heen. Ik voel het door mijn aderen gieren. Vermoeiend. Niet die ene wasmand moet gevouwen worden, maar allemaal. In plaats van nu eentje en straks misschien ook eentje. En morgen weer één of twee. Niet die ene stapel boeken moet uitgezocht worden, maar het liefst meteen allemaal. Tussendoor wat heen en weer taxiën om de kinderen te halen en brengen, een boodschapje tussendoor, koken en dan nog dat kleine beetje extra. Of een tandartsbezoek, zoals vandaag.
Geen wonder dat het me (onbewust) tegenhoudt om in eerste instantie überhaupt van start te gaan. Ik voel niet meer zo zeer de bewust de Berg, de Mount Everest, het anker achter me aan, maar eerder een soort onzichtbare muur. Mezelf door die muur heen werken is een flinke klus. Eentje waar ik vaak niet eens aan begin. Maar als ik er doorheen ben is de rem eraf. Kwijt.
Vandaag was weer zo’n dag van rennen en vliegen. En nog steeds heb ik een onbevredigd gevoel. Er ligt nog was. En zijn nog pannen niet af gewassen. Er zijn nog stapels, nee correctie, kratten met boeken die nog uitgezocht moeten worden. Maar het is bedtijd ik moet accepteren dat ik niet meer aan toe kom.
De adrenaline giert alleen nog volop door mijn aderen, dat is een beetje jammer. Nou ja, met dit inzicht heb ik in ieder geval weer iets om volgende week te spreken bij Marjoleine. Een mens moet iets te wensen over houden, toch? Nu eerst maar eens in slaap zien te komen.
Er zit niks tussen, geen langzaamaan, half werk. Het moet of nu allemaal af, klaar, weg, opgeruimd of helemaal niet. Maar dan echt helemaal niks, helaas. Dan is het moeilijk om iets anders te doen, iets ‘leuks’.
Als het rennen eenmaal begonnen is, is het niet tegen te houden en gaat er een soort adrenaline rush door me heen. Ik voel het door mijn aderen gieren. Vermoeiend. Niet die ene wasmand moet gevouwen worden, maar allemaal. In plaats van nu eentje en straks misschien ook eentje. En morgen weer één of twee. Niet die ene stapel boeken moet uitgezocht worden, maar het liefst meteen allemaal. Tussendoor wat heen en weer taxiën om de kinderen te halen en brengen, een boodschapje tussendoor, koken en dan nog dat kleine beetje extra. Of een tandartsbezoek, zoals vandaag.
Geen wonder dat het me (onbewust) tegenhoudt om in eerste instantie überhaupt van start te gaan. Ik voel niet meer zo zeer de bewust de Berg, de Mount Everest, het anker achter me aan, maar eerder een soort onzichtbare muur. Mezelf door die muur heen werken is een flinke klus. Eentje waar ik vaak niet eens aan begin. Maar als ik er doorheen ben is de rem eraf. Kwijt.
Vandaag was weer zo’n dag van rennen en vliegen. En nog steeds heb ik een onbevredigd gevoel. Er ligt nog was. En zijn nog pannen niet af gewassen. Er zijn nog stapels, nee correctie, kratten met boeken die nog uitgezocht moeten worden. Maar het is bedtijd ik moet accepteren dat ik niet meer aan toe kom.
De adrenaline giert alleen nog volop door mijn aderen, dat is een beetje jammer. Nou ja, met dit inzicht heb ik in ieder geval weer iets om volgende week te spreken bij Marjoleine. Een mens moet iets te wensen over houden, toch? Nu eerst maar eens in slaap zien te komen.
dinsdag 14 november 2017
Jeugdherinnering
Naar aanleiding van een schrijfcursusje waar ik aan mee doe, kwam ik op onderstaand verhaal.
De vraag was een jeugdherinnering op te schrijven, waarvan je nu nog dingen herkent in jezelf.
Mijn herinnering is als volgt:
Ik ben een jaar of zes en ben met mijn ouders en broer op vakantie in Engeland. We hebben een caravan gehuurd op een echt Engelse caravanpark. Misschien ken je de serie Hi-de-Hi uit de jaren tachtig. Een vakantiepark waar veel spelletjes en leuke avonden georganiseerd werden. Er werd op een gegeven moment een schmink-wedstrijd georganiseerd. Ik kon niet meedoen , of wilde niet meedoen. Mijn moeder was bij de kapper van het park en kreeg een ‘Lady Di’ kapsel aangemeten.
Ik besloot mezelf dan maar te schminken met mijn moeders make-up. Eerst wilde ik een prinses zijn. Ik zocht mooie lippenstift uit en stiftte mijn lippen zo goed en zo kwaad als het ging zonder spiegel. Daarna deed ik mooie oogschaduw op. Rode wangen maakten het af.
Ik bedacht me echter vrij snel dat ik altijd al een prinsesje was en dat ik wel eens iets anders wilde. Ik veegde mijn gezicht schoon met mijn handen en wc-papier. Een clown werd het! Een mooie rode neus, een grote rode mond en zo’n speciale clowns-streep over m’n ogen moest het af maken. Al snel vond ik een clown ook te gewoon. Weer veegde ik mijn gezicht schoon. Ik zou een boef worden! Een echte gemene boef met een blauw oog en littekens. Dus ik deed weer mijn uiterste best om mezelf om te toveren tot een overtuigende boef. Eenmaal klaar ging ik naar de kapper op het vakantiepark om het trots aan mijn moeder te laten zien. Er ging een opgewonden geroezemoes door de kapperszaak toen ik binnenkwam, snel daarna gevolgd door een hartelijk lachsalvo. Ik begreep echt niet waarom en was heftig teleurgesteld. Om een enge boef lach je toch niet zo hard?! Toen wees mijn moeder naar de spiegel. Wat ik toen zag deed mij ook in lachen uitbarsten. Het was net of ik een botsing had gehad met meerdere make-up dozen. De knalroze oogschaduw was uitgeveegd over mijn wang en voorhoofd, de rode clownslippenstift zat tot over mijn jukbeenderen en dit alles geweldig afgerond door de zwarte strepen die voor littekens door moesten gaan. En natuurlijk het zwarte, blauwe oog. Wat dit zegt over mij nú? Ik doe nu nog steeds graag dingen met volle overgave. Het liefst helemaal perfect. Helaas is de ‘schade’ nu wat heftiger dan een mis-match aan make-up. Ik ben inmiddels dik anderhalf jaar thuis met een burn-out en chronische depressie. Het kost wat meer dan een washandje met zeep om het weer in orde te krijgen deze keer. Maar ik doe ontzettend mijn best om er toch ‘fris en schoongeboend’ uit te komen.
Ik ben een jaar of zes en ben met mijn ouders en broer op vakantie in Engeland. We hebben een caravan gehuurd op een echt Engelse caravanpark. Misschien ken je de serie Hi-de-Hi uit de jaren tachtig. Een vakantiepark waar veel spelletjes en leuke avonden georganiseerd werden. Er werd op een gegeven moment een schmink-wedstrijd georganiseerd. Ik kon niet meedoen , of wilde niet meedoen. Mijn moeder was bij de kapper van het park en kreeg een ‘Lady Di’ kapsel aangemeten.
Ik besloot mezelf dan maar te schminken met mijn moeders make-up. Eerst wilde ik een prinses zijn. Ik zocht mooie lippenstift uit en stiftte mijn lippen zo goed en zo kwaad als het ging zonder spiegel. Daarna deed ik mooie oogschaduw op. Rode wangen maakten het af.
Ik bedacht me echter vrij snel dat ik altijd al een prinsesje was en dat ik wel eens iets anders wilde. Ik veegde mijn gezicht schoon met mijn handen en wc-papier. Een clown werd het! Een mooie rode neus, een grote rode mond en zo’n speciale clowns-streep over m’n ogen moest het af maken. Al snel vond ik een clown ook te gewoon. Weer veegde ik mijn gezicht schoon. Ik zou een boef worden! Een echte gemene boef met een blauw oog en littekens. Dus ik deed weer mijn uiterste best om mezelf om te toveren tot een overtuigende boef. Eenmaal klaar ging ik naar de kapper op het vakantiepark om het trots aan mijn moeder te laten zien. Er ging een opgewonden geroezemoes door de kapperszaak toen ik binnenkwam, snel daarna gevolgd door een hartelijk lachsalvo. Ik begreep echt niet waarom en was heftig teleurgesteld. Om een enge boef lach je toch niet zo hard?! Toen wees mijn moeder naar de spiegel. Wat ik toen zag deed mij ook in lachen uitbarsten. Het was net of ik een botsing had gehad met meerdere make-up dozen. De knalroze oogschaduw was uitgeveegd over mijn wang en voorhoofd, de rode clownslippenstift zat tot over mijn jukbeenderen en dit alles geweldig afgerond door de zwarte strepen die voor littekens door moesten gaan. En natuurlijk het zwarte, blauwe oog. Wat dit zegt over mij nú? Ik doe nu nog steeds graag dingen met volle overgave. Het liefst helemaal perfect. Helaas is de ‘schade’ nu wat heftiger dan een mis-match aan make-up. Ik ben inmiddels dik anderhalf jaar thuis met een burn-out en chronische depressie. Het kost wat meer dan een washandje met zeep om het weer in orde te krijgen deze keer. Maar ik doe ontzettend mijn best om er toch ‘fris en schoongeboend’ uit te komen.
maandag 13 november 2017
Genoeg is genoeg?
Te veel, te goed, is dat verkeerd? Is dat een valkuil? Overcompensatie misschien?
Neem nou koken. Meestal kook ik omdat het moet. Omdat ik vind dat je als ouder zijnde verantwoordelijk bent voor een gezonde maaltijd voor je kinderen. Dat zal iedereen het met me eens zijn. Het hoeft niet persé de moeder te zijn die kookt, maar degene die er die dag tijd voor heeft. En met een beetje geluk ook zin heeft om te koken.
Tijd om te koken heb ik de laatste anderhalf jaar natuurlijk voldoende. Ik ben vrijwel de hele dag thuis, ik zou voor een heel weeshuis kunnen koken, qua tijd.
Zin om te koken is een heel ander verhaal. Dat heb ik zelden. Ik doe het echt niet graag. Het begint al bij het bedenken wat er gegeten moet worden. Omdat we met vijf man zijn die allemaal wel iets ècht niet lusten, moet daar goed over nagedacht worden. Natuurlijk moeten kinderen (nieuwe) dingen leren eten, maar niet altijd wil ik die strijd aan gaan.
Daarnaast moet hetgeen er klaargemaakt gaat worden aansluiten bij de boodschappen die er gedaan zijn. We hebben tijdens het doen van de boodschappen al nagedacht over het weekmenu, dus dat scheelt. Alleen moet ik dan ook nog maar trek hebben in wat we vooraf bedacht hebben.
Dan is er het tijdstip dat er gekookt moet worden. Er moet rekening gehouden worden met werktijden, sportclubs, ouderavonden, etcetera. Je kunt het nooit voor iedereen goed doen, maar iedereen moet wel iets lekkers (en verantwoord) binnen krijgen. Het fijnst is dus als het goed op te warmen is.
Mijn laatste struikelpunt voor wat betreft koken is de tijd die je aan het bereiden van de maaltijd kwijt bent, in verhouding tot de tijd waarin het genuttigd wordt. Ik sta niet graag en half uur of drie kwartier in de keuken voor een maaltijd die in minder dan 15 minuten naar binnen geschoven wordt (met welke reden dan ook).
Voor mij genoeg redenen om een hekel te hebben aan koken.
Heel soms echter, krijg ik een soort van bevlieging en heb ik opeens zin om een bepaald gerecht klaar te maken. Dan sta ik vaak om half vier/vier uur al in de keuken om voorbereidingen te treffen. Tijdens die voorbereidingen krijg ik steeds meer zin in de aankomende maaltijd en steeds meer trek in bijpassende gerechtjes.
Zo is het dus voorgekomen dat ik een maaltijd op tafel zette die met Kerst prima tot zijn recht zou komen. Verschillende soorten groeten, verschillende soorten vlees en aardappels op verschillende manieren bereid. In mijn hoofd was dat allemaal heel logisch. Het vlees waar ik trek in had, vonden de kinderen niet zo lekker, de aardappels waren deels nieuw klaargemaakt en deels een restje van eerder, dat op creatieve wijze moest worden op gemaakt, en de groenten waren een mix van wat ik op dat moment wilde eten, wat ik mijn kinderen gunde, en wat er echt op moest.
Dat het organisatorisch best een gedoe was om alles op tijd klaar te hebben nam ik op de koop toe.
Iedereen was tevreden met de maaltijd (dat kon ook haast niet anders), maar ik was wel erg moe. Moe, maar voldaan, toch?!
Laatst had ik weer zo’n bevlieging. Ik wilde graag lasagne maken voor mijn dochter. Die ingrediënten hadden we wel in huis, ik moest alleen gehakt halen. Toen ik in de winkel stond, kwam ik langs het schap van de pasta’s en sauzen en zag daar cannelloni staan. Dat wilde ík graag eten! Een schaal lasagne is voor ons gezin vaak net wel, of net niet genoeg en met die cannelloni erbij zou het zeker voldoende zijn.
De ingrediënten voor cannelloni werden dus ook gekocht. Ik had het nog nooit klaargemaakt op de manier waarop ik er die dag zin in had, maar ik had er alle vertrouwen in.
Om half vier stond ik dus in de keuken gehakt, spinazie, room en pesto te mixen samen met mijn zoon. Ook hij zag het wel zitten om die cannelloni te eten.
Na de cannelloni begon ik aan de lasagne. De twee konden elkaar in de oven mooi afwisselen.
Beetje jammer dat de cannelloni wat te donker waren geworden. Hierdoor waren er een aantal niet meer lekker. Er moest dus sla bij komen om het tekort aan te vullen en om nog wat meer gezonde aspecten aan de maaltijd toe te voegen. Ik zag in de koelkast ook nog een stuk zuurkoolspek liggen dat we niet gebruikt hadden voor de erwtensoep, daar wilde ik ook nog wel iets mee proberen!
De sla werd aangevuld met eieren, paprika, komkommer, tomaat en plakjes mozzarella.
Uiteindelijk stond er dus weer voor drie gezinnen aan eten op tafel.
Ik was erg trots op mezelf. Het meeste was erg goed gelukt en smakelijk en gezond.
Mijn man en kinderen hadden natuurlijk ook niks te mopperen (wat ze ook niet deden).
Mijn mand grapte alleen maar “Genoeg is bij jou niet snel genoeg he?”
Ik zag de grap in zijn opmerking en bedacht me dat het wel handig was dat ik maandag niet hoefde te koken nu, maar het zette me ook wel aan het denken. In mijn ziekteproces ben ik ook aan het leren tevreden te zijn met ‘goed genoeg’. Niet alle stoelen, tafels en banken aan de kant schuiven als je alleen maar even ‘op het oog’ wilde stofzuigen bijvoorbeeld.
Is mijn nieuwe bevlieging (koken voor een heel weeshuis) een stap in de goede richting , want ik kook zonder tegenzin? Of is het een waarschuwing met het oog op ‘genoeg is niet genoeg’?
Het is in ieder geval wel iets dat ik voor nu maar koester, voor zolang als het duurt, maar waarbij ik wel heel goed moet opletten dat ik het inderdaad doe omdat ik het wil. En niet omdat ik vind dat het zo hoort..
Neem nou koken. Meestal kook ik omdat het moet. Omdat ik vind dat je als ouder zijnde verantwoordelijk bent voor een gezonde maaltijd voor je kinderen. Dat zal iedereen het met me eens zijn. Het hoeft niet persé de moeder te zijn die kookt, maar degene die er die dag tijd voor heeft. En met een beetje geluk ook zin heeft om te koken.
Tijd om te koken heb ik de laatste anderhalf jaar natuurlijk voldoende. Ik ben vrijwel de hele dag thuis, ik zou voor een heel weeshuis kunnen koken, qua tijd.
Zin om te koken is een heel ander verhaal. Dat heb ik zelden. Ik doe het echt niet graag. Het begint al bij het bedenken wat er gegeten moet worden. Omdat we met vijf man zijn die allemaal wel iets ècht niet lusten, moet daar goed over nagedacht worden. Natuurlijk moeten kinderen (nieuwe) dingen leren eten, maar niet altijd wil ik die strijd aan gaan.
Daarnaast moet hetgeen er klaargemaakt gaat worden aansluiten bij de boodschappen die er gedaan zijn. We hebben tijdens het doen van de boodschappen al nagedacht over het weekmenu, dus dat scheelt. Alleen moet ik dan ook nog maar trek hebben in wat we vooraf bedacht hebben.
Dan is er het tijdstip dat er gekookt moet worden. Er moet rekening gehouden worden met werktijden, sportclubs, ouderavonden, etcetera. Je kunt het nooit voor iedereen goed doen, maar iedereen moet wel iets lekkers (en verantwoord) binnen krijgen. Het fijnst is dus als het goed op te warmen is.
Mijn laatste struikelpunt voor wat betreft koken is de tijd die je aan het bereiden van de maaltijd kwijt bent, in verhouding tot de tijd waarin het genuttigd wordt. Ik sta niet graag en half uur of drie kwartier in de keuken voor een maaltijd die in minder dan 15 minuten naar binnen geschoven wordt (met welke reden dan ook).
Voor mij genoeg redenen om een hekel te hebben aan koken.
Heel soms echter, krijg ik een soort van bevlieging en heb ik opeens zin om een bepaald gerecht klaar te maken. Dan sta ik vaak om half vier/vier uur al in de keuken om voorbereidingen te treffen. Tijdens die voorbereidingen krijg ik steeds meer zin in de aankomende maaltijd en steeds meer trek in bijpassende gerechtjes.
Zo is het dus voorgekomen dat ik een maaltijd op tafel zette die met Kerst prima tot zijn recht zou komen. Verschillende soorten groeten, verschillende soorten vlees en aardappels op verschillende manieren bereid. In mijn hoofd was dat allemaal heel logisch. Het vlees waar ik trek in had, vonden de kinderen niet zo lekker, de aardappels waren deels nieuw klaargemaakt en deels een restje van eerder, dat op creatieve wijze moest worden op gemaakt, en de groenten waren een mix van wat ik op dat moment wilde eten, wat ik mijn kinderen gunde, en wat er echt op moest.
Dat het organisatorisch best een gedoe was om alles op tijd klaar te hebben nam ik op de koop toe.
Iedereen was tevreden met de maaltijd (dat kon ook haast niet anders), maar ik was wel erg moe. Moe, maar voldaan, toch?!
Laatst had ik weer zo’n bevlieging. Ik wilde graag lasagne maken voor mijn dochter. Die ingrediënten hadden we wel in huis, ik moest alleen gehakt halen. Toen ik in de winkel stond, kwam ik langs het schap van de pasta’s en sauzen en zag daar cannelloni staan. Dat wilde ík graag eten! Een schaal lasagne is voor ons gezin vaak net wel, of net niet genoeg en met die cannelloni erbij zou het zeker voldoende zijn.
De ingrediënten voor cannelloni werden dus ook gekocht. Ik had het nog nooit klaargemaakt op de manier waarop ik er die dag zin in had, maar ik had er alle vertrouwen in.
Om half vier stond ik dus in de keuken gehakt, spinazie, room en pesto te mixen samen met mijn zoon. Ook hij zag het wel zitten om die cannelloni te eten.
Na de cannelloni begon ik aan de lasagne. De twee konden elkaar in de oven mooi afwisselen.
Beetje jammer dat de cannelloni wat te donker waren geworden. Hierdoor waren er een aantal niet meer lekker. Er moest dus sla bij komen om het tekort aan te vullen en om nog wat meer gezonde aspecten aan de maaltijd toe te voegen. Ik zag in de koelkast ook nog een stuk zuurkoolspek liggen dat we niet gebruikt hadden voor de erwtensoep, daar wilde ik ook nog wel iets mee proberen!
De sla werd aangevuld met eieren, paprika, komkommer, tomaat en plakjes mozzarella.
Uiteindelijk stond er dus weer voor drie gezinnen aan eten op tafel.
Ik was erg trots op mezelf. Het meeste was erg goed gelukt en smakelijk en gezond.
Mijn man en kinderen hadden natuurlijk ook niks te mopperen (wat ze ook niet deden).
Mijn mand grapte alleen maar “Genoeg is bij jou niet snel genoeg he?”
Ik zag de grap in zijn opmerking en bedacht me dat het wel handig was dat ik maandag niet hoefde te koken nu, maar het zette me ook wel aan het denken. In mijn ziekteproces ben ik ook aan het leren tevreden te zijn met ‘goed genoeg’. Niet alle stoelen, tafels en banken aan de kant schuiven als je alleen maar even ‘op het oog’ wilde stofzuigen bijvoorbeeld.
Is mijn nieuwe bevlieging (koken voor een heel weeshuis) een stap in de goede richting , want ik kook zonder tegenzin? Of is het een waarschuwing met het oog op ‘genoeg is niet genoeg’?
Het is in ieder geval wel iets dat ik voor nu maar koester, voor zolang als het duurt, maar waarbij ik wel heel goed moet opletten dat ik het inderdaad doe omdat ik het wil. En niet omdat ik vind dat het zo hoort..
Labels:
avondeten,
avondmaaltijd,
bewustwording,
doen,
genoeg is genoeg,
jezelf zijn,
koken,
levensverhaal,
moeten,
onderbewuste,
overcompensatie,
streng,
tegenzin,
tevreden,
trots,
wat wil ik,
wie ben ik,
zin
zondag 12 november 2017
Focus
Als alle dagen
Zich als zwarte brij
Aaneenrijgen
Als ik moet zoeken naar voldoende licht
Kleuren zich alleen
In negatief nog tonen
Als mijn rolletje vast loopt
Mijn onderwerp onscherp blijft
Kom dan naast me staan
Reik me een vaste hand
Één die helpt stabiel te blijven
Zodat mijn beeld weer helder wordt
Ik mijn focus kan bepalen
En weer scherp kan stellen
In dit wankele bestaan.
Zich als zwarte brij
Aaneenrijgen
Als ik moet zoeken naar voldoende licht
Kleuren zich alleen
In negatief nog tonen
Als mijn rolletje vast loopt
Mijn onderwerp onscherp blijft
Kom dan naast me staan
Reik me een vaste hand
Één die helpt stabiel te blijven
Zodat mijn beeld weer helder wordt
Ik mijn focus kan bepalen
En weer scherp kan stellen
In dit wankele bestaan.
dinsdag 7 november 2017
Appelfiguur
Nooit, maar dan ook nooit had ik gedacht dat ik dit zou zeggen, maar ik heb een haat-liefde verhouding met mijn gewicht.
Eigenlijk pas sinds een jaar.
Heel stiekempjes aan was ik al wel iets aan het aankomen na mijn veertigste, maar toen ik begon met antidepressiva zat er prompt in een kleine twee maanden zo’n vijftien kilo aan.
Mijn medicijnen zijn eetlustbevorderend en zetten ook nog eens gewoon aan. Ik weeg nu meer dan ik ooit gewogen heb. Zelfs tijdens m’n zwangerschappen woog ik minder.
Ik weet dat deze medicatie op dít moment is wat ik nodig heb. “Eerst het koppie, daarna het lijf weer.”
Rationeel zit het wel snor, maar emotioneel is het moeilijk.
Alles is bij mij een beetje voller geworden, maar mijn buik meer dan een beetje. Laatst riep iemand me heel enthousiast toe dat het zo leuk was dat ik weer zwanger ben. Prompt riep ik terug “nee hoor, gewoon dik!” Zij schaamde zich meer dan ik, maar het is echt een pijnpuntje voor me.
Die billen, die heupen, die borsten.., het maakt me niet zo uit. Maar die buik! Die zit me wel dwars. Echt zo’n appelfiguur heb ik nu, gecombineerd met meer borst, billen en heupen dan ooit.
Ik roep het nog maar een keer heel hard tegen mezelf: “Eerst het koppie, daarna het lijf weer!”
Misschien dat ik het uiteindelijk ook zo ga voelen.
Heel stiekempjes aan was ik al wel iets aan het aankomen na mijn veertigste, maar toen ik begon met antidepressiva zat er prompt in een kleine twee maanden zo’n vijftien kilo aan.
Mijn medicijnen zijn eetlustbevorderend en zetten ook nog eens gewoon aan. Ik weeg nu meer dan ik ooit gewogen heb. Zelfs tijdens m’n zwangerschappen woog ik minder.
Ik weet dat deze medicatie op dít moment is wat ik nodig heb. “Eerst het koppie, daarna het lijf weer.”
Rationeel zit het wel snor, maar emotioneel is het moeilijk.
Alles is bij mij een beetje voller geworden, maar mijn buik meer dan een beetje. Laatst riep iemand me heel enthousiast toe dat het zo leuk was dat ik weer zwanger ben. Prompt riep ik terug “nee hoor, gewoon dik!” Zij schaamde zich meer dan ik, maar het is echt een pijnpuntje voor me.
Die billen, die heupen, die borsten.., het maakt me niet zo uit. Maar die buik! Die zit me wel dwars. Echt zo’n appelfiguur heb ik nu, gecombineerd met meer borst, billen en heupen dan ooit.
Ik roep het nog maar een keer heel hard tegen mezelf: “Eerst het koppie, daarna het lijf weer!”
Misschien dat ik het uiteindelijk ook zo ga voelen.
donderdag 2 november 2017
Update, na een jaar en zeven maanden
Laatst vroeg iemand me (in een mailgesprek) hoe het nu met me ging.
Een deel van wat ik diegene schreef heb ik hier neergezet.
Het werd 'per ongeluk' een hele duidelijke weergave van hoe het nu met me gaat:
"Mijn leven ‘overkomt’ me op dit moment.
Ik denk het liefst niet na over ‘straks’ of ‘vanavond’, laat staan over morgen of volgende week.
Er is gewoonweg geen ruimte voor in m’n hoofd.
De paniek slaat (in meer of mindere mate) toe als ik iets moet beloven. Plannen is erg moeilijk. En dingen beloven te gaan doen of regelen praktisch onmogelijk.
Ik slik sinds een week of drie/vier meer medicijnen tegen m’n depressie dan eerst en zelfs daar doorheen komen de zwarte wolken regelmatig. Dikke rollende zwarte wolken.
Zo heftig heb ik ze al een tijd niet meer gehad. Het is echt nog niet goed met me.
Daar komen ook een heel aantal dingen rondom de kinderen bij de laatste tijd. Leuke dingen, natuurlijk, maar ook moeilijke, zware dingen.
Buiten mijn reïntegratieproces, m’n bezoeken aan m’n 2e spoor coach, bezoeken aan de bedrijfsarts, psycholoog en huisarts (ivm de medicatie) is dit allemaal eigenlijk te veel voor me.
Maar ja, ik kan niet één van al die lijntjes stopzetten.
Bovendien lopen dingen als verjaardagen, hobby/sportafspraken, optredens en uitvoeringen van de kinderen ook nog gewoon door.
Nee, het gaat niet zo lekker met me en dat zal waarschijnlijk ook niet snel veranderen. Te veel 'moetjes' op de kaart nog, voorlopig."
Een klein inkijkje in, ja in wat.., in de stand van zaken nu. Nu, op dit moment. Volgende week kan het weer anders zijn.
Een deel van wat ik diegene schreef heb ik hier neergezet.
Het werd 'per ongeluk' een hele duidelijke weergave van hoe het nu met me gaat:
"Mijn leven ‘overkomt’ me op dit moment.
Ik denk het liefst niet na over ‘straks’ of ‘vanavond’, laat staan over morgen of volgende week.
Er is gewoonweg geen ruimte voor in m’n hoofd.
De paniek slaat (in meer of mindere mate) toe als ik iets moet beloven. Plannen is erg moeilijk. En dingen beloven te gaan doen of regelen praktisch onmogelijk.
Ik slik sinds een week of drie/vier meer medicijnen tegen m’n depressie dan eerst en zelfs daar doorheen komen de zwarte wolken regelmatig. Dikke rollende zwarte wolken.
Zo heftig heb ik ze al een tijd niet meer gehad. Het is echt nog niet goed met me.
Daar komen ook een heel aantal dingen rondom de kinderen bij de laatste tijd. Leuke dingen, natuurlijk, maar ook moeilijke, zware dingen.
Buiten mijn reïntegratieproces, m’n bezoeken aan m’n 2e spoor coach, bezoeken aan de bedrijfsarts, psycholoog en huisarts (ivm de medicatie) is dit allemaal eigenlijk te veel voor me.
Maar ja, ik kan niet één van al die lijntjes stopzetten.
Bovendien lopen dingen als verjaardagen, hobby/sportafspraken, optredens en uitvoeringen van de kinderen ook nog gewoon door.
Nee, het gaat niet zo lekker met me en dat zal waarschijnlijk ook niet snel veranderen. Te veel 'moetjes' op de kaart nog, voorlopig."
Een klein inkijkje in, ja in wat.., in de stand van zaken nu. Nu, op dit moment. Volgende week kan het weer anders zijn.
zaterdag 2 september 2017
Donkerte
En daar zit ik dan,onder mijn bureau. Uit pure frustratie ben ik hier gaan zitten, zo ver mogelijk weg van `er zijn`. In en voor de vakantie dacht ik dat ik een heel eind was. Ik was relaxt, zat lekker in mijn vel en dacht weer aan werken. Binnen het onderwijs zelfs.
Nu zit ik in een diepe dip. Dag drie alweer. De kinderen zijn naar school, mijn man is weer werken en ik ben thuis. Voor de vakantie was deze situatie natuurlijk ook al zo, maar nu komt het weer even hard aan. Misschien wel juist omdat ik dacht dat ik al heel ver was. Hield ik mezelf dan zo voor de gek?
Bovenop het gewone leven komt ook nog eens dat ik de stap richting mijn werk nu daadwerkelijk moet gaan zetten, dat ik nog steeds geen haar dichter bij mijn droom ben en dat ik alle `zen` en het gevoel van vertrouwen in `het komt wel goed` helemaal kwijt ben.
Vertrouwen in de tijd, erin vertrouwen dat `het juiste moment` wel komt, dat de juiste (alternatieve?) baan voor mij bestaat (en dat ik daar voldoende bekwaam voor ben).
Op dit moment is er alleen maar niks. Een heftig verlangen naar 'mijn hoofd uit zetten'. Een heftig verlangen naar het wegvegen van die grote zwarte vlek die ik in mijn lichaam voel.
Het is zo overweldigend dat mogelijke `vluchtwegen` niet bestaan.
Alles. Is. Kut. (Excusez le mot.)
Wonder boven wonder doet de donkerte onder mijn bureau me goed. Mijn geest lacht me niet uit om dit idiote idee, maar komt tot rust. Het lijkt wel of ik er hier even niet hoef te zijn. Of ik hier even mag en kan verdwijnen. Het donkere dat mij omarmt geeft me rust.
Opeens is het tijd dat de kinderen thuis komen. Ik hoor iemand op de trap en ik wurm me uit mijn vreemde houding. Hier zitten is een ding, maar hier gezien worden is een ander.
Ik roep `hallo` terug en ga naar beneden. Eerst met lichte tegenzin, maar naarmate er meer verhalen over school verteld worden, ga ik er steeds meer van genieten.
Mijn dip verdwijnt. Voor vandaag.
De dag erna en de dag daarna en de dagen daarop volgend zal hij in volle hevigheid terugkeren, maar dat weet ik dan nog niet.
Nu zit ik in een diepe dip. Dag drie alweer. De kinderen zijn naar school, mijn man is weer werken en ik ben thuis. Voor de vakantie was deze situatie natuurlijk ook al zo, maar nu komt het weer even hard aan. Misschien wel juist omdat ik dacht dat ik al heel ver was. Hield ik mezelf dan zo voor de gek?
Bovenop het gewone leven komt ook nog eens dat ik de stap richting mijn werk nu daadwerkelijk moet gaan zetten, dat ik nog steeds geen haar dichter bij mijn droom ben en dat ik alle `zen` en het gevoel van vertrouwen in `het komt wel goed` helemaal kwijt ben.
Vertrouwen in de tijd, erin vertrouwen dat `het juiste moment` wel komt, dat de juiste (alternatieve?) baan voor mij bestaat (en dat ik daar voldoende bekwaam voor ben).
Op dit moment is er alleen maar niks. Een heftig verlangen naar 'mijn hoofd uit zetten'. Een heftig verlangen naar het wegvegen van die grote zwarte vlek die ik in mijn lichaam voel.
Het is zo overweldigend dat mogelijke `vluchtwegen` niet bestaan.
Alles. Is. Kut. (Excusez le mot.)
Wonder boven wonder doet de donkerte onder mijn bureau me goed. Mijn geest lacht me niet uit om dit idiote idee, maar komt tot rust. Het lijkt wel of ik er hier even niet hoef te zijn. Of ik hier even mag en kan verdwijnen. Het donkere dat mij omarmt geeft me rust.
Opeens is het tijd dat de kinderen thuis komen. Ik hoor iemand op de trap en ik wurm me uit mijn vreemde houding. Hier zitten is een ding, maar hier gezien worden is een ander.
Ik roep `hallo` terug en ga naar beneden. Eerst met lichte tegenzin, maar naarmate er meer verhalen over school verteld worden, ga ik er steeds meer van genieten.
Mijn dip verdwijnt. Voor vandaag.
De dag erna en de dag daarna en de dagen daarop volgend zal hij in volle hevigheid terugkeren, maar dat weet ik dan nog niet.
Labels:
Bang,
depressief,
donker,
er niet zijn,
eruit stappen,
gedachten,
gevoel,
gevoelens,
huilen,
in de put,
medicatie,
medicijnen,
moe,
ontsnappen,
psychologe,
psycholoog,
verdrietig,
vluchten,
zelfbeeld,
zwart
zaterdag 1 april 2017
Passie en pleasen.
Soms weet ik het opeens allemaal heel goed. Ik krijg een mooi inzicht (met of zonder hulp van Marjoleine) en ik voel dat het allemaal wel goed komt.
Laatst was er weer zo'n moment. We waren aan het praten over wat ik nu doe om mijn gedachten af te leiden en opeens was er dat moment. Ik besefte me dat als je altijd maar doet wat andere mensen van jou verwachten, je niet doet waar je hart ligt. Meestal niet, in ieder geval, of, in mijn geval. En als je iets doet waar je hart niet ligt, doe je het niet vol overgave. 'Half werk' is overdreven, want je geeft alles wat je hebt om het resultaat perfect te laten zijn, maar het resultaat zal minder goed zijn dan van iemand met die het met passie zou doen. En dus is het lastig voor de ander om je complimenten te geven. Hij of zij had het zelf misschien veel beter kunnen doen of een beter resultaat verwacht. Hoe kun je dan wachten op positieve reacties? Je zult daarin teleurgesteld worden.
Als je doet waar je hart ligt, zul je dat met passie en overgave doen. Je zult jezelf erin oefenen en steeds beter worden. Er steeds meer voor over hebben en steeds nieuwe manieren uitproberen. Ondanks dat het niet is wat de ander (voor jou) zou wensen, is het wel iets waarin je steeds geoefender en dus steeds beter wordt. Je zult hier complimenten voor krijgen. Terwijl je er met veel minder moeite aan gewerkt hebt. Je hebt het leuk gevonden om te doen en dus voelt het niet als hard werken.
Natuurlijk gaat het normaal gesproken niet om complimenten van anderen. Als je zelf tevreden bent met wat je doet zou dat voldoende moeten zijn. Maar als je een 'pleaser' bent, iemand die liever de ander tevreden stelt boven zijn eigen tevredenheid, draait het daar wel om. Pleasers zijn namelijk zo omdat ze hun zelfbeeld af laten hangen van het oordeel van een ander.
Je wilt immers aardig gevonden worden, je wilt dat de ander trots op je is voor wat je gedaan hebt, je wilt dat je de ander blij gemaakt hebt, of werk uit handen genomen hebt. Allemaal om je gevoel van eigenwaarde te verhogen. Als de ander tevreden is over jou, ben jij het ook. Als de ander trots is op jou, ben jij het ook.
Als je durft te doen wat jij zelf leuk vindt, als je dat durft te laten zien, stel je je kwetsbaar op. Dit ben jij immers echt. Als ze hier kritiek op hebben, hebben ze echt kritiek op jou! Je verschuilt je niet meer achter de wensen van anderen, maar laat jezelf zien. Maar juist omdat je doet wat je leuk vindt, zal je enthousiasme erin zitten, je passie zal zichtbaar zijn. Zonder veel moeite maak je iets moois, of doe je iets goed(s). Je krijgt positieve feedback op iets dat echt 'van jou' is.
Je vindt het zelf leuk of mooi, wat je hebt gedaan of gemaakt en je ontvangt er ook nog eens positieve feedback op, omdat anderen ook zien dat je hart erin ligt. Je eigenwaarde zal dus ook groeien.
Natuurlijk is het beter als je het zelf voor elkaar krijgt om trots te zijn op wat je doet zonder de bevestiging van anderen nodig te hebben, maar voor een pleaser met een slecht zelfbeeld, is het een mooi begin.
Laatst was er weer zo'n moment. We waren aan het praten over wat ik nu doe om mijn gedachten af te leiden en opeens was er dat moment. Ik besefte me dat als je altijd maar doet wat andere mensen van jou verwachten, je niet doet waar je hart ligt. Meestal niet, in ieder geval, of, in mijn geval. En als je iets doet waar je hart niet ligt, doe je het niet vol overgave. 'Half werk' is overdreven, want je geeft alles wat je hebt om het resultaat perfect te laten zijn, maar het resultaat zal minder goed zijn dan van iemand met die het met passie zou doen. En dus is het lastig voor de ander om je complimenten te geven. Hij of zij had het zelf misschien veel beter kunnen doen of een beter resultaat verwacht. Hoe kun je dan wachten op positieve reacties? Je zult daarin teleurgesteld worden.
Als je doet waar je hart ligt, zul je dat met passie en overgave doen. Je zult jezelf erin oefenen en steeds beter worden. Er steeds meer voor over hebben en steeds nieuwe manieren uitproberen. Ondanks dat het niet is wat de ander (voor jou) zou wensen, is het wel iets waarin je steeds geoefender en dus steeds beter wordt. Je zult hier complimenten voor krijgen. Terwijl je er met veel minder moeite aan gewerkt hebt. Je hebt het leuk gevonden om te doen en dus voelt het niet als hard werken.
Natuurlijk gaat het normaal gesproken niet om complimenten van anderen. Als je zelf tevreden bent met wat je doet zou dat voldoende moeten zijn. Maar als je een 'pleaser' bent, iemand die liever de ander tevreden stelt boven zijn eigen tevredenheid, draait het daar wel om. Pleasers zijn namelijk zo omdat ze hun zelfbeeld af laten hangen van het oordeel van een ander.
Je wilt immers aardig gevonden worden, je wilt dat de ander trots op je is voor wat je gedaan hebt, je wilt dat je de ander blij gemaakt hebt, of werk uit handen genomen hebt. Allemaal om je gevoel van eigenwaarde te verhogen. Als de ander tevreden is over jou, ben jij het ook. Als de ander trots is op jou, ben jij het ook.
Als je durft te doen wat jij zelf leuk vindt, als je dat durft te laten zien, stel je je kwetsbaar op. Dit ben jij immers echt. Als ze hier kritiek op hebben, hebben ze echt kritiek op jou! Je verschuilt je niet meer achter de wensen van anderen, maar laat jezelf zien. Maar juist omdat je doet wat je leuk vindt, zal je enthousiasme erin zitten, je passie zal zichtbaar zijn. Zonder veel moeite maak je iets moois, of doe je iets goed(s). Je krijgt positieve feedback op iets dat echt 'van jou' is.
Je vindt het zelf leuk of mooi, wat je hebt gedaan of gemaakt en je ontvangt er ook nog eens positieve feedback op, omdat anderen ook zien dat je hart erin ligt. Je eigenwaarde zal dus ook groeien.
Natuurlijk is het beter als je het zelf voor elkaar krijgt om trots te zijn op wat je doet zonder de bevestiging van anderen nodig te hebben, maar voor een pleaser met een slecht zelfbeeld, is het een mooi begin.
woensdag 29 maart 2017
Win-win-situatie
Het kwam in het Engels in me op. in het Engels zet ik het dus ook hier neer:
Letting go of a mask you didn't know you were wearing, feels like tearing off your skin.
Wat ik ermee bedoel is dat het eng is om 'jezelf' te worden als je niet eens weet dat je niet 'jezelf' was/bent.
Misschien heb ik het al eerder geschreven, maar al heel lang wil ik het anderen naar de zin te maken. Nature or nurture? Eigenlijk maakt dat niet uit. Het komt erop neer dat ik in al mijn gedachten eerst denk aan wat de ander zou willen, wat de maatschappij van mij verwacht, wat het minst zou kosten, etc. etc...
En nu leer ik wat ìk wil. Tenminste, dat is de bedoeling. Om dit in kleine stapjes aan te pakken, moet ik eerst in conact komen met mijn gevóel over wat ik wil. De kriebel die je kunt voelen als je iets mooi vindt. Of leuk, of lekker, noem maar op. Stel je voor dat je in de winkel loopt en iets voor het avondeten zoekt. Je loopt door alle paden en opeens zie je in je ooghoek worteltjes liggen. Ja! Dat is het! Wortels met gebakken vis en krieltjes, jammie!
Die kriebel moet ik vaker gaan proberen op te merken. Alleen maar dat 'wat wil ik' gevoel als er een beslissing gemaakt moet worden.
Als ik me dan bewust ben van dat gevoel, komen de gedachten vanzelf. Is het haalbaar, is het handig nu, is het binnen het budget, is er tijd voor. Die gedachten zijn er meestal als eerste bij mij. Te duur, te lastig, te egoïstisch, te onhandig, te ver weg, te groen... Het maakt niet uit waar het over gaat, die gedachten manifesteren zich ongevraagd en onopgemerkt.
De eerste stap is dus alleen maar voelen 'wat wil ik'. En manneman, wat is dat moeilijk! Ik voel het zelden. Ik ben me gewoon niet bewust van wat ik wil en voordat ik het weet is er al een beslissing genomen (meestal ook nog eens door mij). Vaak een beslissing waar niet mijn hart ligt en waar ik meteen als een berg tegenop zie. Maar dat komt niet per sé doordat het de verkeerde beslissing is, dat gevoel is er sowieso toch wel.
Het gevolg is een vicieuze cirkel. Er moet iets gebeuren waar ik tegenop zie, ik schuif het voor me uit, voor me uit en voor me uit, doe het vervolgens met grote tegenzin alsnog, maar krijg het niet af. Waardoor ik me daar bovenop ook nog eens schuldig voel, omdat ik mijn zelf gestelde doel niet behaald heb. Of ik doe het helemaal niet, waardoor ik me ook schuldig voel en er de volgende dag opnieuw tegenaan zit te hikken.
Als ik doe wat ik leuk vind kan het zo maar zijn dat ik inderdaad alsnog die wc niet poets, of die was niet weg vouw, maar dat ik me daarvoor in de plaats wel toe sta iets te doen wat ik wel leuk vind om te doen. Wat me vervolgens de energie kan geven om alsnog die wc te poetsen of die mand was te vouwen,
Het staat er zo mooi nu. Een win-win situatie. Ik heb gedaan wat ik leuk vind en er is energie vrijgekomen om een klusje te doen.
Als het me nou ook nog zou lukken om die kriebel te voelen van wat ik wil, zou het allemaal misschien nog werken ook.
Letting go of a mask you didn't know you were wearing, feels like tearing off your skin.
Wat ik ermee bedoel is dat het eng is om 'jezelf' te worden als je niet eens weet dat je niet 'jezelf' was/bent.
Misschien heb ik het al eerder geschreven, maar al heel lang wil ik het anderen naar de zin te maken. Nature or nurture? Eigenlijk maakt dat niet uit. Het komt erop neer dat ik in al mijn gedachten eerst denk aan wat de ander zou willen, wat de maatschappij van mij verwacht, wat het minst zou kosten, etc. etc...
En nu leer ik wat ìk wil. Tenminste, dat is de bedoeling. Om dit in kleine stapjes aan te pakken, moet ik eerst in conact komen met mijn gevóel over wat ik wil. De kriebel die je kunt voelen als je iets mooi vindt. Of leuk, of lekker, noem maar op. Stel je voor dat je in de winkel loopt en iets voor het avondeten zoekt. Je loopt door alle paden en opeens zie je in je ooghoek worteltjes liggen. Ja! Dat is het! Wortels met gebakken vis en krieltjes, jammie!
Die kriebel moet ik vaker gaan proberen op te merken. Alleen maar dat 'wat wil ik' gevoel als er een beslissing gemaakt moet worden.
Als ik me dan bewust ben van dat gevoel, komen de gedachten vanzelf. Is het haalbaar, is het handig nu, is het binnen het budget, is er tijd voor. Die gedachten zijn er meestal als eerste bij mij. Te duur, te lastig, te egoïstisch, te onhandig, te ver weg, te groen... Het maakt niet uit waar het over gaat, die gedachten manifesteren zich ongevraagd en onopgemerkt.
De eerste stap is dus alleen maar voelen 'wat wil ik'. En manneman, wat is dat moeilijk! Ik voel het zelden. Ik ben me gewoon niet bewust van wat ik wil en voordat ik het weet is er al een beslissing genomen (meestal ook nog eens door mij). Vaak een beslissing waar niet mijn hart ligt en waar ik meteen als een berg tegenop zie. Maar dat komt niet per sé doordat het de verkeerde beslissing is, dat gevoel is er sowieso toch wel.
Het gevolg is een vicieuze cirkel. Er moet iets gebeuren waar ik tegenop zie, ik schuif het voor me uit, voor me uit en voor me uit, doe het vervolgens met grote tegenzin alsnog, maar krijg het niet af. Waardoor ik me daar bovenop ook nog eens schuldig voel, omdat ik mijn zelf gestelde doel niet behaald heb. Of ik doe het helemaal niet, waardoor ik me ook schuldig voel en er de volgende dag opnieuw tegenaan zit te hikken.
Als ik doe wat ik leuk vind kan het zo maar zijn dat ik inderdaad alsnog die wc niet poets, of die was niet weg vouw, maar dat ik me daarvoor in de plaats wel toe sta iets te doen wat ik wel leuk vind om te doen. Wat me vervolgens de energie kan geven om alsnog die wc te poetsen of die mand was te vouwen,
Het staat er zo mooi nu. Een win-win situatie. Ik heb gedaan wat ik leuk vind en er is energie vrijgekomen om een klusje te doen.
Als het me nou ook nog zou lukken om die kriebel te voelen van wat ik wil, zou het allemaal misschien nog werken ook.
vrijdag 24 maart 2017
Ik lust je rauw?
Ken je dat? Dat je weloverwogen een beslissing neemt, terwijl je bijna zeker weet dat er (negatief) commentaar op zal komen?
En dat je toch besluit hetgeen te doen dat je van plan was en dat je denkt "kom maar op met je commentaar, ik lust je rauw" ?
Niet? Ik wel. En laatst kreeg ik dat commentaar. En er was weinig lusten aan, kan ik wel zeggen. Ik werd erdoor overspoelt van emoties. Ik was geloof ik van alles nog het meest 'boos', maar ook intens teleurgesteld en verdrietig. En heftig in paniek, overstuur. Maar vooral heel, heel boos. Zó boos dat ik iets gedaan heb dat ik nog nooit gedaan heb. Namelijk mijn stem verheffen in een gesprek en boos weg lopen. Nadat ik nog wel even gemeld had dat ik trots was op mezelf, omdat boos weg lopen niet 'perfect' is en dat het dus heel knap was van mij dat ik dat deed.
Eenmaal weer in de auto moest ik mijn best doen om uit de paniekaanval te komen. Ik wist dat als ik zelf zou proberen het op te lossen ik er de hele dag mee zou rondlopen, dus belde ik mijn schoonouders, of ik even langs kon komen. Mijn schoonmoeder moest haar best doen om erachter te komen wie ze aan de lijn had. Pas toen ze 'boos' werd kon ik wat bedaren (mijn EHBO instructeur noemde hyperventilatie eens een 'zieligheidskwaaltje'. Niet uit disrespect, maar om aan te geven dat je een duidelijke actie nodig had om er weer uit te komen. Een klap in je gezicht kan ook, maar verbaal 'boos' worden werkt ook -en beetje-).
Eenmaal bij mijn schoonouders heb ik mijn verhaal gedaan (hortend en stotend) en na enige tijd was ik ook inderdaad trots op mezelf omdat ik voor mezelf was op gekomen. Het was niet fijn en het was niet leuk , maar ik ben wel voor mezelf op gekomen. En dat is goed!
Naar aanleiding van dit voorval plaatste ik een stukje tekst (openbaar) op Facebook. Ik moest het kwijt, ik wilde dit delen. En ik wilde het 'openbaar' delen, zodat het ook doorgedeeld kon worden.
Dat is ook gebeurd inmiddels. Ik heb hiermee dus niet alleen mezelf geholpen, maar ook nog eens de 'pijn' van anderen onder woorden gebracht.
En -dat was niet mijn uitgangspunt, maar wel mooi meegenomen- ik heb hiermee heel veel lieve en mooie reacties mogen ontvangen.
Dit plaatste ik op Facebook:
"Heel veel van jullie weten inmiddels dat ik al een hele tijd thuis ben. Een heel aantal weten dat ook niet, en dat is oké, ik heb het immers ook niet van de daken geschreeuwd.
In tegenstelling zelfs; ik heb gewoon foto's geplaatst van gezellige uitjes met mijn gezin. Ik heb foto's geplaatst van fijne wandelingen in het bos met onze hond. Ik heb gekeken naar de optredens van mijn kinderen tijdens carnaval. Verkleed nog wel!
Iemand die ziek thuis is, is toch ziek? Die moet toch de hele dag liggen huilen onder een dekentje? Alle gordijnen dicht, lege pizza dozen in een hoek...
Nou, laat ik jullie eens wat vertellen: nee, dat moet niet. Dat mag ik niet eens van mijn behandelend arts, mijn behandelend psycholoog en behandelend psychiater. O! En van de de bedrijfsarts ook niet.
En weet je wat nou zo gek is? Dat er mensen zijn die denken dat ik wel onder een dekentje zou moeten zitten huilen. De hele dag. En het liefst plaats ik daar dan ook nog sombere, donkere foto's van. En o wee, als ik durf te lachen op een foto.
Wat je op de foto's niet ziet is de strijd die erachter gezeten heeft om mijn jas aan te doen. Wat voor strijd er achter gezeten heeft om de juiste schoenen aan te trekken. De strijd die erachter gezeten heeft om er uit te zien alsof je niet net vijf uur knock out hebt liggen slapen, omdat je de dag ervoor boodschappen hebt gedaan samen met je man en je dus eigenlijk helemaal uitgeput bent. En zo kan ik nog wel even door gaan.
Zouden we elkaar eigenlijk niet moeten steunen? Is het leven normaal gesproken al niet zwaar genoeg af en toe? Zouden we niet in gesprek moeten gaan met elkaar als we de stappen van de ander niet begrijpen?
In plaats van elkaar af te branden, is het niet veel mooier om iemand te laten weten dat je aan hem of haar denkt? Dat je het niet begrijpt, maar dat je aan diegene denkt?
Een open en eerlijke vraag aan jullie allemaal: durf jezelf te laten zien, durf te vragen, durf je nek uit te steken, durf te zeggen dat je het even niet weet. Maar spreek geen dingen uit over anderen, als je totaal geen idee hebt hoe het met de ander gaat, als je niet de moeite genomen hebt om uit te vinden hoe het echt zit.
Namens mij en vele onzichtbare zieken; alvast vriendelijk bedankt ☺️"
En dat je toch besluit hetgeen te doen dat je van plan was en dat je denkt "kom maar op met je commentaar, ik lust je rauw" ?
Niet? Ik wel. En laatst kreeg ik dat commentaar. En er was weinig lusten aan, kan ik wel zeggen. Ik werd erdoor overspoelt van emoties. Ik was geloof ik van alles nog het meest 'boos', maar ook intens teleurgesteld en verdrietig. En heftig in paniek, overstuur. Maar vooral heel, heel boos. Zó boos dat ik iets gedaan heb dat ik nog nooit gedaan heb. Namelijk mijn stem verheffen in een gesprek en boos weg lopen. Nadat ik nog wel even gemeld had dat ik trots was op mezelf, omdat boos weg lopen niet 'perfect' is en dat het dus heel knap was van mij dat ik dat deed.
Eenmaal weer in de auto moest ik mijn best doen om uit de paniekaanval te komen. Ik wist dat als ik zelf zou proberen het op te lossen ik er de hele dag mee zou rondlopen, dus belde ik mijn schoonouders, of ik even langs kon komen. Mijn schoonmoeder moest haar best doen om erachter te komen wie ze aan de lijn had. Pas toen ze 'boos' werd kon ik wat bedaren (mijn EHBO instructeur noemde hyperventilatie eens een 'zieligheidskwaaltje'. Niet uit disrespect, maar om aan te geven dat je een duidelijke actie nodig had om er weer uit te komen. Een klap in je gezicht kan ook, maar verbaal 'boos' worden werkt ook -en beetje-).
Eenmaal bij mijn schoonouders heb ik mijn verhaal gedaan (hortend en stotend) en na enige tijd was ik ook inderdaad trots op mezelf omdat ik voor mezelf was op gekomen. Het was niet fijn en het was niet leuk , maar ik ben wel voor mezelf op gekomen. En dat is goed!
Naar aanleiding van dit voorval plaatste ik een stukje tekst (openbaar) op Facebook. Ik moest het kwijt, ik wilde dit delen. En ik wilde het 'openbaar' delen, zodat het ook doorgedeeld kon worden.
Dat is ook gebeurd inmiddels. Ik heb hiermee dus niet alleen mezelf geholpen, maar ook nog eens de 'pijn' van anderen onder woorden gebracht.
En -dat was niet mijn uitgangspunt, maar wel mooi meegenomen- ik heb hiermee heel veel lieve en mooie reacties mogen ontvangen.
Dit plaatste ik op Facebook:
"Heel veel van jullie weten inmiddels dat ik al een hele tijd thuis ben. Een heel aantal weten dat ook niet, en dat is oké, ik heb het immers ook niet van de daken geschreeuwd.
In tegenstelling zelfs; ik heb gewoon foto's geplaatst van gezellige uitjes met mijn gezin. Ik heb foto's geplaatst van fijne wandelingen in het bos met onze hond. Ik heb gekeken naar de optredens van mijn kinderen tijdens carnaval. Verkleed nog wel!
Iemand die ziek thuis is, is toch ziek? Die moet toch de hele dag liggen huilen onder een dekentje? Alle gordijnen dicht, lege pizza dozen in een hoek...
Nou, laat ik jullie eens wat vertellen: nee, dat moet niet. Dat mag ik niet eens van mijn behandelend arts, mijn behandelend psycholoog en behandelend psychiater. O! En van de de bedrijfsarts ook niet.
En weet je wat nou zo gek is? Dat er mensen zijn die denken dat ik wel onder een dekentje zou moeten zitten huilen. De hele dag. En het liefst plaats ik daar dan ook nog sombere, donkere foto's van. En o wee, als ik durf te lachen op een foto.
Wat je op de foto's niet ziet is de strijd die erachter gezeten heeft om mijn jas aan te doen. Wat voor strijd er achter gezeten heeft om de juiste schoenen aan te trekken. De strijd die erachter gezeten heeft om er uit te zien alsof je niet net vijf uur knock out hebt liggen slapen, omdat je de dag ervoor boodschappen hebt gedaan samen met je man en je dus eigenlijk helemaal uitgeput bent. En zo kan ik nog wel even door gaan.
Zouden we elkaar eigenlijk niet moeten steunen? Is het leven normaal gesproken al niet zwaar genoeg af en toe? Zouden we niet in gesprek moeten gaan met elkaar als we de stappen van de ander niet begrijpen?
In plaats van elkaar af te branden, is het niet veel mooier om iemand te laten weten dat je aan hem of haar denkt? Dat je het niet begrijpt, maar dat je aan diegene denkt?
Een open en eerlijke vraag aan jullie allemaal: durf jezelf te laten zien, durf te vragen, durf je nek uit te steken, durf te zeggen dat je het even niet weet. Maar spreek geen dingen uit over anderen, als je totaal geen idee hebt hoe het met de ander gaat, als je niet de moeite genomen hebt om uit te vinden hoe het echt zit.
Namens mij en vele onzichtbare zieken; alvast vriendelijk bedankt ☺️"
donderdag 16 maart 2017
Talent
Alweer een paar dagen dwalen er woorden door mijn hoofd. Woorden die vechten om eruit te mogen komen. Vechten om gehoord te worden, gedeeld te worden.
Het gekke is echter... ik ken ze niet.
Ik weet niet welke woorden er bruisen. Ik kan ze bijna lijfelijk voelen, maar niet uiten.
Vaak komen ze er dan wel uit als ik gewoon begin met schrijven.
De woorden die ik wil delen hebben wel een thema. Ze gaan over bijzonder (willen) zijn.
Bijzonder zijn willen we toch eigenlijk allemaal wel? Of.., wellicht ook niet. Er zijn vast mensen die er blij van worden als ze kunnen opgaan in de massa.
Toch denk ik dat veel mensen hun talent willen kennen en dat willen tonen. Ergens goed in willen zijn.
Dat wordt toch gezegd? "Iedereen is wel ergens goed in, iedereen heeft een talent".
Vooral de creatieve talenten willen onderzocht worden. Goed kunnen tekenen, goed kunnen zingen schilderen, schrijven... Leuke creatieve ideeën hebben en daarmee mensen raken.
Je eigenheid tonen. Laten zien dat je anders bent dan de anderen.
Maar dat zijn we natuurlijk allemaal ook. We zijn allemaal anders. En..., inderdaad, ik ben er ook van overtuigd; we hebben allemaal ons eigen talent.
Uitvinden welke dat is kan je een levenslang bezig houden. Moet je er naar op zoek? Of moet je jezelf 'er voor openstellen' (zoals dat zo mooi heet)?
En wat nu als je iets heel graag wilt kunnen, maar het duidelijk geen talent van je is? Ik hoorde laatst een beroemdheid (iemand met talent?) zeggen dat 'talent' onzin is. Dat je nog zoveel talent kan hebben, maar je zonder oefenen alsnog nergens komt.
Hoe het ook in elkaar zit.., ik zoek. Ik worstel zelfs. Ik zoek mijn talent, ik zoek mijn woorden.
Ik zoek mezelf.
Het gekke is echter... ik ken ze niet.
Ik weet niet welke woorden er bruisen. Ik kan ze bijna lijfelijk voelen, maar niet uiten.
Vaak komen ze er dan wel uit als ik gewoon begin met schrijven.
De woorden die ik wil delen hebben wel een thema. Ze gaan over bijzonder (willen) zijn.
Bijzonder zijn willen we toch eigenlijk allemaal wel? Of.., wellicht ook niet. Er zijn vast mensen die er blij van worden als ze kunnen opgaan in de massa.
Toch denk ik dat veel mensen hun talent willen kennen en dat willen tonen. Ergens goed in willen zijn.
Dat wordt toch gezegd? "Iedereen is wel ergens goed in, iedereen heeft een talent".
Vooral de creatieve talenten willen onderzocht worden. Goed kunnen tekenen, goed kunnen zingen schilderen, schrijven... Leuke creatieve ideeën hebben en daarmee mensen raken.
Je eigenheid tonen. Laten zien dat je anders bent dan de anderen.
Maar dat zijn we natuurlijk allemaal ook. We zijn allemaal anders. En..., inderdaad, ik ben er ook van overtuigd; we hebben allemaal ons eigen talent.
Uitvinden welke dat is kan je een levenslang bezig houden. Moet je er naar op zoek? Of moet je jezelf 'er voor openstellen' (zoals dat zo mooi heet)?
En wat nu als je iets heel graag wilt kunnen, maar het duidelijk geen talent van je is? Ik hoorde laatst een beroemdheid (iemand met talent?) zeggen dat 'talent' onzin is. Dat je nog zoveel talent kan hebben, maar je zonder oefenen alsnog nergens komt.
Hoe het ook in elkaar zit.., ik zoek. Ik worstel zelfs. Ik zoek mijn talent, ik zoek mijn woorden.
Ik zoek mezelf.
woensdag 15 maart 2017
Muount Everest
Inmiddels heb ik een andere psychologe. Ik noem haar Marjoleine.
Het eerst waar naar gekeken wordt, is of het klikt. Dat doet het. Dat doet het wat mij betreft al snel trouwens. Het maakt me niet zo heel veel uit wie er tegenover me zit. Dat klinkt misschien onaardig, maar ze hebben allemaal min of meer dezelfde opleiding gehad, zijn allemaal erg vriendelijk en hebben het beste met me voor.
Het eerst waar naar gekeken wordt, is of het klikt. Dat doet het. Dat doet het wat mij betreft al snel trouwens. Het maakt me niet zo heel veel uit wie er tegenover me zit. Dat klinkt misschien onaardig, maar ze hebben allemaal min of meer dezelfde opleiding gehad, zijn allemaal erg vriendelijk en hebben het beste met me voor.
Het is wel weer even terug naar het begin. Dat is zwaar, maar ook wel een mooie spiegel.
Dingen waarvan ik dacht dat ik ze een plekje gegeven had, blijken toch nog vrij rauw aanwezig.
Ondanks mijn medicatie heb ik bij beide bezoeken aan haar, weer flink hysterisch zitten huilen. Dat was lang geleden. En, zoals ik zei, confronterend. Het laat me zien dat ik nog echt aan het begin sta van het uitzoeken waar mijn negatieve gevoelens vandaan komen. En -belangrijker- hoe ik ze in de hand leer houden.
Mijn medicatie is tweeledig. Ik gebruik een medicijn dat mijn diepe dalen minder diep moet maken en een medicijn dat ervoor zorgt dat ik mijn emoties weer sneller in de hand heb.
Het eerste zorgt er bijvoorbeeld voor dat ik niet meer zo snel emotioneel ben. Ik kan veel meer bespreken, of zien (zielige filmpjes op televisie), zonder daarbij zwaar te zitten snikken.
Het tweede zorgt ervoor dat ik het echte zwarte gevoel, dat zich als een groot zwart gat in mijn borstkas manifesteert, niet meer heb gehad.
Een nadeeltje is wel dat ik door deze medicijnen heel snel moe ben. Het is een bekend bijverschijnsel, maar wel één waar ik rekening mee moet houden. In eerdere blogs omschreef ik al dat ik 's ochtends even ging slapen. Ik kon dan echt vijf uur knock-out zijn, en toch 's avonds om tien uur/half elf alweer helemaal op zijn.
Er is een korte periode geweest dat ik niet meer naar bed hoefde, maar dat een half uurtje mijn ogen dicht doen op de bank (zittend) al voldoende was. Helaas heb ik een drukke periode gehad en ben nu weer vrijwel altijd in een staat van vermoeidheid. Gelukkig weet ik inmiddels dat dit weer over kan gaan als ik weer in wat rustiger vaarwater kom.
Een mijlpaal van me was het avondeten. Ik kreeg elke avond een maaltijd op tafel. Ik zeg 'kreeg', want het is alweer eventjes geleden. Dit hangt denk ik samen met de drukke periode waar ik het net over had. Het was wel een fijne mijlpaal. Ik kreeg het eten op tafel zonder eerst die welbekende Mount Everest te hoeven beklimmen. Zonder het nare liedje in mijn hoofd ("Ik wil niet, ik wil niet, ik wil niet"). Ook zonder het nare zware gevoel dat aan zoveel dingen hangt.
Het ging zelfs een korte periode zó goed met me dat er dagen waren waarop ik twee dingen kon doen zonder de grote zware drempels ervoor.
Die drempels zijn moeilijk te omschrijven. Er is een reclame op tv van een auto die rijdt met een groot rood anker erachteraan. Het anker verzwaard de auto. De auto ben ik en er hangen vier van zulke ankers achter me aan. Die ankers ervaar ik bij vrijwel alles. Al heel, heel lang. Alles kost moeite, alles moet perfect doordacht zijn, alles moet perfect uitgevoerd (kunnen) worden, anders begin ik er al liever niet aan.
En opeens stond ik te koken! Gewoon zomaar! Zonder dat nare, zware gevoel vooraf en tijdens. Het overkwam me gewoon. Zo stond ik in mijn goede periode soms ook 'opeens' in het bos met de hond. Zonder er vooraf als een berg tegenop te zien.
Mijn nieuwe psychologe Marjoleine, zei "Wat fijn! Dan herken je jezelf weer een beetje". Ze schrok toen ik zei dat ik dit helemaal niet herkende van mezelf, dat dit compleet nieuw voor me was.
Helaas moet ik mijn energie weer opbouwen en komt er weer vrijwel niks meer 'vanzelf' uit mijn handen. Ik houd mezelf vast aan de gedachte dat het een tijdje terug wel kon en dat het dus vast wel weer terug komt. Als ik dat maar vaak genoeg tegen mezelf zeg, ga ik het vanzelf geloven, toch?
Een nadeeltje is wel dat ik door deze medicijnen heel snel moe ben. Het is een bekend bijverschijnsel, maar wel één waar ik rekening mee moet houden. In eerdere blogs omschreef ik al dat ik 's ochtends even ging slapen. Ik kon dan echt vijf uur knock-out zijn, en toch 's avonds om tien uur/half elf alweer helemaal op zijn.
Er is een korte periode geweest dat ik niet meer naar bed hoefde, maar dat een half uurtje mijn ogen dicht doen op de bank (zittend) al voldoende was. Helaas heb ik een drukke periode gehad en ben nu weer vrijwel altijd in een staat van vermoeidheid. Gelukkig weet ik inmiddels dat dit weer over kan gaan als ik weer in wat rustiger vaarwater kom.
Een mijlpaal van me was het avondeten. Ik kreeg elke avond een maaltijd op tafel. Ik zeg 'kreeg', want het is alweer eventjes geleden. Dit hangt denk ik samen met de drukke periode waar ik het net over had. Het was wel een fijne mijlpaal. Ik kreeg het eten op tafel zonder eerst die welbekende Mount Everest te hoeven beklimmen. Zonder het nare liedje in mijn hoofd ("Ik wil niet, ik wil niet, ik wil niet"). Ook zonder het nare zware gevoel dat aan zoveel dingen hangt.
Het ging zelfs een korte periode zó goed met me dat er dagen waren waarop ik twee dingen kon doen zonder de grote zware drempels ervoor.
Die drempels zijn moeilijk te omschrijven. Er is een reclame op tv van een auto die rijdt met een groot rood anker erachteraan. Het anker verzwaard de auto. De auto ben ik en er hangen vier van zulke ankers achter me aan. Die ankers ervaar ik bij vrijwel alles. Al heel, heel lang. Alles kost moeite, alles moet perfect doordacht zijn, alles moet perfect uitgevoerd (kunnen) worden, anders begin ik er al liever niet aan.
En opeens stond ik te koken! Gewoon zomaar! Zonder dat nare, zware gevoel vooraf en tijdens. Het overkwam me gewoon. Zo stond ik in mijn goede periode soms ook 'opeens' in het bos met de hond. Zonder er vooraf als een berg tegenop te zien.
Mijn nieuwe psychologe Marjoleine, zei "Wat fijn! Dan herken je jezelf weer een beetje". Ze schrok toen ik zei dat ik dit helemaal niet herkende van mezelf, dat dit compleet nieuw voor me was.
Helaas moet ik mijn energie weer opbouwen en komt er weer vrijwel niks meer 'vanzelf' uit mijn handen. Ik houd mezelf vast aan de gedachte dat het een tijdje terug wel kon en dat het dus vast wel weer terug komt. Als ik dat maar vaak genoeg tegen mezelf zeg, ga ik het vanzelf geloven, toch?
dinsdag 14 maart 2017
B-kant van het leven.
Leuke quote, afeglopen week gehoord:
"Iedereen post (op social media) alleen
de 'greatest hits'. Nooit de B-kant."
Heel grappig gezegd, maar wel waar.
En dat is dan weer minder grappig.
Je krijgt een heel vertekend beeld van de
maatschappij.
Hoe zou het zijn als iedereen ook eens de
mindere kant durft te laten zien? Het is nou eenmaal niet allemaal rozengeur en
maneschijn.
Ik ga een 'mindere kant' maar eens delen. Wie
weet doet het iemand goed.
Door mijn medicatie ben ik zo'n 15 kg.
aangekomen. En daar baal ik van.
Daar baal ik echt van. Als ik in de spiegel
kijk ben ik niet blij.
Maar ik draai het om, ik prijs mezelf gelukkig
dat m'n medicatie z'n werk begint te doen.
Èn ik prijs mezelf ontzettend gelukkig dat ik
in de gezegende positie ben dat de mensen om me heen me steunen.
Door dik (haha) en dun.
Ondanks wat dan ook.
Ik maak een extra rondje naar een leuke
kledingzaak en koop kleding in anderhalve maat groter dan ik ooit dacht nodig
te hebben...
En wat ziet social media...?
De nieuwe kleding, niet de +15kg.
Iedereen toont de 'greatest hits'...
Maar de B-kant laten zien en merken dat er
mensen met je meeleven kan je een nieuwe 'hit' opleveren.
En dat doet goed.
Abonneren op:
Posts (Atom)