Oei wat is het ongelofelijk spannend om deze blog te schrijven en straks te delen, maar toen ik aan deze website begon had ik me voorgenomen om te schrijven alsof niemand het zou lezen. Daar ga ik me aan houden.
Het kan een tijdlang goed gaan met me, of lijken te gaan en dan opeens is het daar toch weer. Zomaar ineens, net in de auto op weg naar huis, overviel het me. Een overweldigend gevoel van mislukking.
Mislukt in het leven. Op dit moment voel ik mee bijzonder nutteloos en leeg. Een mislukkeling.
Eens zien of ik kan ontdekken waar het vandaan komt. Meestal lukt dat als ik maar gewoon ga tikken, zonder na te denken. Dus zo ook nu maar.
Vandaag en gisteren ben ik netjes drie uur op mijn werk geweest, zoals het van me verlangd wordt. Ik heb ook verslagen gemaakt over de inhoud van mijn werk en van de voortgang van mijn re-integratie. Ik moet immers netjes mijn re-integratielijn volgen, anders blijf ik in gebreke. Waarom ik die lijn moet volgen als in elk verslag over mijn ziek-zijn staat dat ze er vanuit gaan dat ik toch niet terug zal kunnen komen in mijn huidige functie, is me een raadsel. Aan de andere kant staat ook in die verslagen dat ik moet re-integreren, met als doel dat ik 17 maart mijn volledige takenpakket weer op gepakt heb. Ehm... huh?
De verslagen waar ik op doel zijn opgesteld door een bedrijfsarts van het bestuur waar ik onder werk. Bedrijfsarts nummer één was dat. Inmiddels heb ik vanmiddag een afspraak staan met bedrijfsarts nummer drie (in nog geen twee jaar). Deze meneer heb ik nog nooit gezien, maar hij moet straks wel met mij de formulieren gaan invullen voor het UWV, die over mijn ziek-zijn gaan. Er wordt dan vastgehouden aan een Functionele Mogelijkheden Lijst van april dit jaar.
Oh..., maar gelukkig is er geen steek veranderd natuurlijk sinds afgelopen april! Of.., oh wacht.. toch wel! Ontzettend veel! Hoe krom is dit alles??!
Wat ook krom is, is dat ik als werknemer niet één foutje mag maken, niet één woord mag gebruiken in mijn mails dat voor meerdere interpretaties mogelijk is. Niet één keer eerder naar huis 'mag' gaan als ik merk dat het niet gaat, of later komen als het moeilijk was om te vertrekken. Dat wordt dan namelijk gezien als 'hakken in het zand'. Met zwaailichten, alarmgeluiden en een twee wekelijkse meldplicht bij de bedrijfsarts (ja,die nieuwe) en casemanager erbij (die zelf overigens opeens een maand niet meer reageerde op mijn mails en over wie ik via via moet horen dat ze ziek is).
Tjonge, toch handig dat ik dit nu allemaal uit tik. Ik kom er opeens achter dat dit gevoel dat mij plotseling overviel in de auto niet persé een gevoel van mislukken is, maar ook van heel veel boosheid.
Boos op de enorm kromme organisatie die hier achter zit. Een organisatie die 200% accuraatheid, stiptheid en toewijding eist van haar medewerkers (prima, krijg je, voor zover ik dat in mijn ziek-zijn kan geven), maar die zelf blijkbaar met 80% inzet weg kan komen.
Ik kan niet zeggen dat ik me nu veel beter voel, nu mijn gevoel van mislukken (voor een groot deel) is overgegaan in een gevoel van boosheid. Mede omdat ik met die boosheid eigenlijk bijzonder weinig kan. Het is wel fijn om te weten dat er iets achter zit. Dat het niet zomaar een gevoel is dat 'uit de lucht komt vallen'.
Nu moet ik het alleen nog zien kwijt te raken (samen met dat restje 'mislukkeling' dat er nog wel zit en dat met andere zaken te maken heeft).
.
vrijdag 17 november 2017
Mislukkeling
Labels:
afspraak,
bedrijfsarts,
boos,
deadline,
depressie,
depressief,
gevoelens,
maatschappij,
mislukkeling,
mislukt,
moet,
moeten,
nee zeggen,
perfectionisme,
tegenzin,
Teleurgesteld,
voortgang
woensdag 15 november 2017
Rennen of stilstaan
Ik weet wat het is! Het is er rennen of stilstaan!
Er zit niks tussen, geen langzaamaan, half werk. Het moet of nu allemaal af, klaar, weg, opgeruimd of helemaal niet. Maar dan echt helemaal niks, helaas. Dan is het moeilijk om iets anders te doen, iets ‘leuks’.
Als het rennen eenmaal begonnen is, is het niet tegen te houden en gaat er een soort adrenaline rush door me heen. Ik voel het door mijn aderen gieren. Vermoeiend. Niet die ene wasmand moet gevouwen worden, maar allemaal. In plaats van nu eentje en straks misschien ook eentje. En morgen weer één of twee. Niet die ene stapel boeken moet uitgezocht worden, maar het liefst meteen allemaal. Tussendoor wat heen en weer taxiën om de kinderen te halen en brengen, een boodschapje tussendoor, koken en dan nog dat kleine beetje extra. Of een tandartsbezoek, zoals vandaag.
Geen wonder dat het me (onbewust) tegenhoudt om in eerste instantie überhaupt van start te gaan. Ik voel niet meer zo zeer de bewust de Berg, de Mount Everest, het anker achter me aan, maar eerder een soort onzichtbare muur. Mezelf door die muur heen werken is een flinke klus. Eentje waar ik vaak niet eens aan begin. Maar als ik er doorheen ben is de rem eraf. Kwijt.
Vandaag was weer zo’n dag van rennen en vliegen. En nog steeds heb ik een onbevredigd gevoel. Er ligt nog was. En zijn nog pannen niet af gewassen. Er zijn nog stapels, nee correctie, kratten met boeken die nog uitgezocht moeten worden. Maar het is bedtijd ik moet accepteren dat ik niet meer aan toe kom.
De adrenaline giert alleen nog volop door mijn aderen, dat is een beetje jammer. Nou ja, met dit inzicht heb ik in ieder geval weer iets om volgende week te spreken bij Marjoleine. Een mens moet iets te wensen over houden, toch? Nu eerst maar eens in slaap zien te komen.
Er zit niks tussen, geen langzaamaan, half werk. Het moet of nu allemaal af, klaar, weg, opgeruimd of helemaal niet. Maar dan echt helemaal niks, helaas. Dan is het moeilijk om iets anders te doen, iets ‘leuks’.
Als het rennen eenmaal begonnen is, is het niet tegen te houden en gaat er een soort adrenaline rush door me heen. Ik voel het door mijn aderen gieren. Vermoeiend. Niet die ene wasmand moet gevouwen worden, maar allemaal. In plaats van nu eentje en straks misschien ook eentje. En morgen weer één of twee. Niet die ene stapel boeken moet uitgezocht worden, maar het liefst meteen allemaal. Tussendoor wat heen en weer taxiën om de kinderen te halen en brengen, een boodschapje tussendoor, koken en dan nog dat kleine beetje extra. Of een tandartsbezoek, zoals vandaag.
Geen wonder dat het me (onbewust) tegenhoudt om in eerste instantie überhaupt van start te gaan. Ik voel niet meer zo zeer de bewust de Berg, de Mount Everest, het anker achter me aan, maar eerder een soort onzichtbare muur. Mezelf door die muur heen werken is een flinke klus. Eentje waar ik vaak niet eens aan begin. Maar als ik er doorheen ben is de rem eraf. Kwijt.
Vandaag was weer zo’n dag van rennen en vliegen. En nog steeds heb ik een onbevredigd gevoel. Er ligt nog was. En zijn nog pannen niet af gewassen. Er zijn nog stapels, nee correctie, kratten met boeken die nog uitgezocht moeten worden. Maar het is bedtijd ik moet accepteren dat ik niet meer aan toe kom.
De adrenaline giert alleen nog volop door mijn aderen, dat is een beetje jammer. Nou ja, met dit inzicht heb ik in ieder geval weer iets om volgende week te spreken bij Marjoleine. Een mens moet iets te wensen over houden, toch? Nu eerst maar eens in slaap zien te komen.
dinsdag 14 november 2017
Jeugdherinnering
Naar aanleiding van een schrijfcursusje waar ik aan mee doe, kwam ik op onderstaand verhaal.
De vraag was een jeugdherinnering op te schrijven, waarvan je nu nog dingen herkent in jezelf.
Mijn herinnering is als volgt:
Ik ben een jaar of zes en ben met mijn ouders en broer op vakantie in Engeland. We hebben een caravan gehuurd op een echt Engelse caravanpark. Misschien ken je de serie Hi-de-Hi uit de jaren tachtig. Een vakantiepark waar veel spelletjes en leuke avonden georganiseerd werden. Er werd op een gegeven moment een schmink-wedstrijd georganiseerd. Ik kon niet meedoen , of wilde niet meedoen. Mijn moeder was bij de kapper van het park en kreeg een ‘Lady Di’ kapsel aangemeten.
Ik besloot mezelf dan maar te schminken met mijn moeders make-up. Eerst wilde ik een prinses zijn. Ik zocht mooie lippenstift uit en stiftte mijn lippen zo goed en zo kwaad als het ging zonder spiegel. Daarna deed ik mooie oogschaduw op. Rode wangen maakten het af.
Ik bedacht me echter vrij snel dat ik altijd al een prinsesje was en dat ik wel eens iets anders wilde. Ik veegde mijn gezicht schoon met mijn handen en wc-papier. Een clown werd het! Een mooie rode neus, een grote rode mond en zo’n speciale clowns-streep over m’n ogen moest het af maken. Al snel vond ik een clown ook te gewoon. Weer veegde ik mijn gezicht schoon. Ik zou een boef worden! Een echte gemene boef met een blauw oog en littekens. Dus ik deed weer mijn uiterste best om mezelf om te toveren tot een overtuigende boef. Eenmaal klaar ging ik naar de kapper op het vakantiepark om het trots aan mijn moeder te laten zien. Er ging een opgewonden geroezemoes door de kapperszaak toen ik binnenkwam, snel daarna gevolgd door een hartelijk lachsalvo. Ik begreep echt niet waarom en was heftig teleurgesteld. Om een enge boef lach je toch niet zo hard?! Toen wees mijn moeder naar de spiegel. Wat ik toen zag deed mij ook in lachen uitbarsten. Het was net of ik een botsing had gehad met meerdere make-up dozen. De knalroze oogschaduw was uitgeveegd over mijn wang en voorhoofd, de rode clownslippenstift zat tot over mijn jukbeenderen en dit alles geweldig afgerond door de zwarte strepen die voor littekens door moesten gaan. En natuurlijk het zwarte, blauwe oog. Wat dit zegt over mij nú? Ik doe nu nog steeds graag dingen met volle overgave. Het liefst helemaal perfect. Helaas is de ‘schade’ nu wat heftiger dan een mis-match aan make-up. Ik ben inmiddels dik anderhalf jaar thuis met een burn-out en chronische depressie. Het kost wat meer dan een washandje met zeep om het weer in orde te krijgen deze keer. Maar ik doe ontzettend mijn best om er toch ‘fris en schoongeboend’ uit te komen.
Ik ben een jaar of zes en ben met mijn ouders en broer op vakantie in Engeland. We hebben een caravan gehuurd op een echt Engelse caravanpark. Misschien ken je de serie Hi-de-Hi uit de jaren tachtig. Een vakantiepark waar veel spelletjes en leuke avonden georganiseerd werden. Er werd op een gegeven moment een schmink-wedstrijd georganiseerd. Ik kon niet meedoen , of wilde niet meedoen. Mijn moeder was bij de kapper van het park en kreeg een ‘Lady Di’ kapsel aangemeten.
Ik besloot mezelf dan maar te schminken met mijn moeders make-up. Eerst wilde ik een prinses zijn. Ik zocht mooie lippenstift uit en stiftte mijn lippen zo goed en zo kwaad als het ging zonder spiegel. Daarna deed ik mooie oogschaduw op. Rode wangen maakten het af.
Ik bedacht me echter vrij snel dat ik altijd al een prinsesje was en dat ik wel eens iets anders wilde. Ik veegde mijn gezicht schoon met mijn handen en wc-papier. Een clown werd het! Een mooie rode neus, een grote rode mond en zo’n speciale clowns-streep over m’n ogen moest het af maken. Al snel vond ik een clown ook te gewoon. Weer veegde ik mijn gezicht schoon. Ik zou een boef worden! Een echte gemene boef met een blauw oog en littekens. Dus ik deed weer mijn uiterste best om mezelf om te toveren tot een overtuigende boef. Eenmaal klaar ging ik naar de kapper op het vakantiepark om het trots aan mijn moeder te laten zien. Er ging een opgewonden geroezemoes door de kapperszaak toen ik binnenkwam, snel daarna gevolgd door een hartelijk lachsalvo. Ik begreep echt niet waarom en was heftig teleurgesteld. Om een enge boef lach je toch niet zo hard?! Toen wees mijn moeder naar de spiegel. Wat ik toen zag deed mij ook in lachen uitbarsten. Het was net of ik een botsing had gehad met meerdere make-up dozen. De knalroze oogschaduw was uitgeveegd over mijn wang en voorhoofd, de rode clownslippenstift zat tot over mijn jukbeenderen en dit alles geweldig afgerond door de zwarte strepen die voor littekens door moesten gaan. En natuurlijk het zwarte, blauwe oog. Wat dit zegt over mij nú? Ik doe nu nog steeds graag dingen met volle overgave. Het liefst helemaal perfect. Helaas is de ‘schade’ nu wat heftiger dan een mis-match aan make-up. Ik ben inmiddels dik anderhalf jaar thuis met een burn-out en chronische depressie. Het kost wat meer dan een washandje met zeep om het weer in orde te krijgen deze keer. Maar ik doe ontzettend mijn best om er toch ‘fris en schoongeboend’ uit te komen.
maandag 13 november 2017
Genoeg is genoeg?
Te veel, te goed, is dat verkeerd? Is dat een valkuil? Overcompensatie misschien?
Neem nou koken. Meestal kook ik omdat het moet. Omdat ik vind dat je als ouder zijnde verantwoordelijk bent voor een gezonde maaltijd voor je kinderen. Dat zal iedereen het met me eens zijn. Het hoeft niet persé de moeder te zijn die kookt, maar degene die er die dag tijd voor heeft. En met een beetje geluk ook zin heeft om te koken.
Tijd om te koken heb ik de laatste anderhalf jaar natuurlijk voldoende. Ik ben vrijwel de hele dag thuis, ik zou voor een heel weeshuis kunnen koken, qua tijd.
Zin om te koken is een heel ander verhaal. Dat heb ik zelden. Ik doe het echt niet graag. Het begint al bij het bedenken wat er gegeten moet worden. Omdat we met vijf man zijn die allemaal wel iets ècht niet lusten, moet daar goed over nagedacht worden. Natuurlijk moeten kinderen (nieuwe) dingen leren eten, maar niet altijd wil ik die strijd aan gaan.
Daarnaast moet hetgeen er klaargemaakt gaat worden aansluiten bij de boodschappen die er gedaan zijn. We hebben tijdens het doen van de boodschappen al nagedacht over het weekmenu, dus dat scheelt. Alleen moet ik dan ook nog maar trek hebben in wat we vooraf bedacht hebben.
Dan is er het tijdstip dat er gekookt moet worden. Er moet rekening gehouden worden met werktijden, sportclubs, ouderavonden, etcetera. Je kunt het nooit voor iedereen goed doen, maar iedereen moet wel iets lekkers (en verantwoord) binnen krijgen. Het fijnst is dus als het goed op te warmen is.
Mijn laatste struikelpunt voor wat betreft koken is de tijd die je aan het bereiden van de maaltijd kwijt bent, in verhouding tot de tijd waarin het genuttigd wordt. Ik sta niet graag en half uur of drie kwartier in de keuken voor een maaltijd die in minder dan 15 minuten naar binnen geschoven wordt (met welke reden dan ook).
Voor mij genoeg redenen om een hekel te hebben aan koken.
Heel soms echter, krijg ik een soort van bevlieging en heb ik opeens zin om een bepaald gerecht klaar te maken. Dan sta ik vaak om half vier/vier uur al in de keuken om voorbereidingen te treffen. Tijdens die voorbereidingen krijg ik steeds meer zin in de aankomende maaltijd en steeds meer trek in bijpassende gerechtjes.
Zo is het dus voorgekomen dat ik een maaltijd op tafel zette die met Kerst prima tot zijn recht zou komen. Verschillende soorten groeten, verschillende soorten vlees en aardappels op verschillende manieren bereid. In mijn hoofd was dat allemaal heel logisch. Het vlees waar ik trek in had, vonden de kinderen niet zo lekker, de aardappels waren deels nieuw klaargemaakt en deels een restje van eerder, dat op creatieve wijze moest worden op gemaakt, en de groenten waren een mix van wat ik op dat moment wilde eten, wat ik mijn kinderen gunde, en wat er echt op moest.
Dat het organisatorisch best een gedoe was om alles op tijd klaar te hebben nam ik op de koop toe.
Iedereen was tevreden met de maaltijd (dat kon ook haast niet anders), maar ik was wel erg moe. Moe, maar voldaan, toch?!
Laatst had ik weer zo’n bevlieging. Ik wilde graag lasagne maken voor mijn dochter. Die ingrediënten hadden we wel in huis, ik moest alleen gehakt halen. Toen ik in de winkel stond, kwam ik langs het schap van de pasta’s en sauzen en zag daar cannelloni staan. Dat wilde ík graag eten! Een schaal lasagne is voor ons gezin vaak net wel, of net niet genoeg en met die cannelloni erbij zou het zeker voldoende zijn.
De ingrediënten voor cannelloni werden dus ook gekocht. Ik had het nog nooit klaargemaakt op de manier waarop ik er die dag zin in had, maar ik had er alle vertrouwen in.
Om half vier stond ik dus in de keuken gehakt, spinazie, room en pesto te mixen samen met mijn zoon. Ook hij zag het wel zitten om die cannelloni te eten.
Na de cannelloni begon ik aan de lasagne. De twee konden elkaar in de oven mooi afwisselen.
Beetje jammer dat de cannelloni wat te donker waren geworden. Hierdoor waren er een aantal niet meer lekker. Er moest dus sla bij komen om het tekort aan te vullen en om nog wat meer gezonde aspecten aan de maaltijd toe te voegen. Ik zag in de koelkast ook nog een stuk zuurkoolspek liggen dat we niet gebruikt hadden voor de erwtensoep, daar wilde ik ook nog wel iets mee proberen!
De sla werd aangevuld met eieren, paprika, komkommer, tomaat en plakjes mozzarella.
Uiteindelijk stond er dus weer voor drie gezinnen aan eten op tafel.
Ik was erg trots op mezelf. Het meeste was erg goed gelukt en smakelijk en gezond.
Mijn man en kinderen hadden natuurlijk ook niks te mopperen (wat ze ook niet deden).
Mijn mand grapte alleen maar “Genoeg is bij jou niet snel genoeg he?”
Ik zag de grap in zijn opmerking en bedacht me dat het wel handig was dat ik maandag niet hoefde te koken nu, maar het zette me ook wel aan het denken. In mijn ziekteproces ben ik ook aan het leren tevreden te zijn met ‘goed genoeg’. Niet alle stoelen, tafels en banken aan de kant schuiven als je alleen maar even ‘op het oog’ wilde stofzuigen bijvoorbeeld.
Is mijn nieuwe bevlieging (koken voor een heel weeshuis) een stap in de goede richting , want ik kook zonder tegenzin? Of is het een waarschuwing met het oog op ‘genoeg is niet genoeg’?
Het is in ieder geval wel iets dat ik voor nu maar koester, voor zolang als het duurt, maar waarbij ik wel heel goed moet opletten dat ik het inderdaad doe omdat ik het wil. En niet omdat ik vind dat het zo hoort..
Neem nou koken. Meestal kook ik omdat het moet. Omdat ik vind dat je als ouder zijnde verantwoordelijk bent voor een gezonde maaltijd voor je kinderen. Dat zal iedereen het met me eens zijn. Het hoeft niet persé de moeder te zijn die kookt, maar degene die er die dag tijd voor heeft. En met een beetje geluk ook zin heeft om te koken.
Tijd om te koken heb ik de laatste anderhalf jaar natuurlijk voldoende. Ik ben vrijwel de hele dag thuis, ik zou voor een heel weeshuis kunnen koken, qua tijd.
Zin om te koken is een heel ander verhaal. Dat heb ik zelden. Ik doe het echt niet graag. Het begint al bij het bedenken wat er gegeten moet worden. Omdat we met vijf man zijn die allemaal wel iets ècht niet lusten, moet daar goed over nagedacht worden. Natuurlijk moeten kinderen (nieuwe) dingen leren eten, maar niet altijd wil ik die strijd aan gaan.
Daarnaast moet hetgeen er klaargemaakt gaat worden aansluiten bij de boodschappen die er gedaan zijn. We hebben tijdens het doen van de boodschappen al nagedacht over het weekmenu, dus dat scheelt. Alleen moet ik dan ook nog maar trek hebben in wat we vooraf bedacht hebben.
Dan is er het tijdstip dat er gekookt moet worden. Er moet rekening gehouden worden met werktijden, sportclubs, ouderavonden, etcetera. Je kunt het nooit voor iedereen goed doen, maar iedereen moet wel iets lekkers (en verantwoord) binnen krijgen. Het fijnst is dus als het goed op te warmen is.
Mijn laatste struikelpunt voor wat betreft koken is de tijd die je aan het bereiden van de maaltijd kwijt bent, in verhouding tot de tijd waarin het genuttigd wordt. Ik sta niet graag en half uur of drie kwartier in de keuken voor een maaltijd die in minder dan 15 minuten naar binnen geschoven wordt (met welke reden dan ook).
Voor mij genoeg redenen om een hekel te hebben aan koken.
Heel soms echter, krijg ik een soort van bevlieging en heb ik opeens zin om een bepaald gerecht klaar te maken. Dan sta ik vaak om half vier/vier uur al in de keuken om voorbereidingen te treffen. Tijdens die voorbereidingen krijg ik steeds meer zin in de aankomende maaltijd en steeds meer trek in bijpassende gerechtjes.
Zo is het dus voorgekomen dat ik een maaltijd op tafel zette die met Kerst prima tot zijn recht zou komen. Verschillende soorten groeten, verschillende soorten vlees en aardappels op verschillende manieren bereid. In mijn hoofd was dat allemaal heel logisch. Het vlees waar ik trek in had, vonden de kinderen niet zo lekker, de aardappels waren deels nieuw klaargemaakt en deels een restje van eerder, dat op creatieve wijze moest worden op gemaakt, en de groenten waren een mix van wat ik op dat moment wilde eten, wat ik mijn kinderen gunde, en wat er echt op moest.
Dat het organisatorisch best een gedoe was om alles op tijd klaar te hebben nam ik op de koop toe.
Iedereen was tevreden met de maaltijd (dat kon ook haast niet anders), maar ik was wel erg moe. Moe, maar voldaan, toch?!
Laatst had ik weer zo’n bevlieging. Ik wilde graag lasagne maken voor mijn dochter. Die ingrediënten hadden we wel in huis, ik moest alleen gehakt halen. Toen ik in de winkel stond, kwam ik langs het schap van de pasta’s en sauzen en zag daar cannelloni staan. Dat wilde ík graag eten! Een schaal lasagne is voor ons gezin vaak net wel, of net niet genoeg en met die cannelloni erbij zou het zeker voldoende zijn.
De ingrediënten voor cannelloni werden dus ook gekocht. Ik had het nog nooit klaargemaakt op de manier waarop ik er die dag zin in had, maar ik had er alle vertrouwen in.
Om half vier stond ik dus in de keuken gehakt, spinazie, room en pesto te mixen samen met mijn zoon. Ook hij zag het wel zitten om die cannelloni te eten.
Na de cannelloni begon ik aan de lasagne. De twee konden elkaar in de oven mooi afwisselen.
Beetje jammer dat de cannelloni wat te donker waren geworden. Hierdoor waren er een aantal niet meer lekker. Er moest dus sla bij komen om het tekort aan te vullen en om nog wat meer gezonde aspecten aan de maaltijd toe te voegen. Ik zag in de koelkast ook nog een stuk zuurkoolspek liggen dat we niet gebruikt hadden voor de erwtensoep, daar wilde ik ook nog wel iets mee proberen!
De sla werd aangevuld met eieren, paprika, komkommer, tomaat en plakjes mozzarella.
Uiteindelijk stond er dus weer voor drie gezinnen aan eten op tafel.
Ik was erg trots op mezelf. Het meeste was erg goed gelukt en smakelijk en gezond.
Mijn man en kinderen hadden natuurlijk ook niks te mopperen (wat ze ook niet deden).
Mijn mand grapte alleen maar “Genoeg is bij jou niet snel genoeg he?”
Ik zag de grap in zijn opmerking en bedacht me dat het wel handig was dat ik maandag niet hoefde te koken nu, maar het zette me ook wel aan het denken. In mijn ziekteproces ben ik ook aan het leren tevreden te zijn met ‘goed genoeg’. Niet alle stoelen, tafels en banken aan de kant schuiven als je alleen maar even ‘op het oog’ wilde stofzuigen bijvoorbeeld.
Is mijn nieuwe bevlieging (koken voor een heel weeshuis) een stap in de goede richting , want ik kook zonder tegenzin? Of is het een waarschuwing met het oog op ‘genoeg is niet genoeg’?
Het is in ieder geval wel iets dat ik voor nu maar koester, voor zolang als het duurt, maar waarbij ik wel heel goed moet opletten dat ik het inderdaad doe omdat ik het wil. En niet omdat ik vind dat het zo hoort..
Labels:
avondeten,
avondmaaltijd,
bewustwording,
doen,
genoeg is genoeg,
jezelf zijn,
koken,
levensverhaal,
moeten,
onderbewuste,
overcompensatie,
streng,
tegenzin,
tevreden,
trots,
wat wil ik,
wie ben ik,
zin
zondag 12 november 2017
Focus
Als alle dagen
Zich als zwarte brij
Aaneenrijgen
Als ik moet zoeken naar voldoende licht
Kleuren zich alleen
In negatief nog tonen
Als mijn rolletje vast loopt
Mijn onderwerp onscherp blijft
Kom dan naast me staan
Reik me een vaste hand
Één die helpt stabiel te blijven
Zodat mijn beeld weer helder wordt
Ik mijn focus kan bepalen
En weer scherp kan stellen
In dit wankele bestaan.
Zich als zwarte brij
Aaneenrijgen
Als ik moet zoeken naar voldoende licht
Kleuren zich alleen
In negatief nog tonen
Als mijn rolletje vast loopt
Mijn onderwerp onscherp blijft
Kom dan naast me staan
Reik me een vaste hand
Één die helpt stabiel te blijven
Zodat mijn beeld weer helder wordt
Ik mijn focus kan bepalen
En weer scherp kan stellen
In dit wankele bestaan.
dinsdag 7 november 2017
Appelfiguur
Nooit, maar dan ook nooit had ik gedacht dat ik dit zou zeggen, maar ik heb een haat-liefde verhouding met mijn gewicht.
Eigenlijk pas sinds een jaar.
Heel stiekempjes aan was ik al wel iets aan het aankomen na mijn veertigste, maar toen ik begon met antidepressiva zat er prompt in een kleine twee maanden zo’n vijftien kilo aan.
Mijn medicijnen zijn eetlustbevorderend en zetten ook nog eens gewoon aan. Ik weeg nu meer dan ik ooit gewogen heb. Zelfs tijdens m’n zwangerschappen woog ik minder.
Ik weet dat deze medicatie op dít moment is wat ik nodig heb. “Eerst het koppie, daarna het lijf weer.”
Rationeel zit het wel snor, maar emotioneel is het moeilijk.
Alles is bij mij een beetje voller geworden, maar mijn buik meer dan een beetje. Laatst riep iemand me heel enthousiast toe dat het zo leuk was dat ik weer zwanger ben. Prompt riep ik terug “nee hoor, gewoon dik!” Zij schaamde zich meer dan ik, maar het is echt een pijnpuntje voor me.
Die billen, die heupen, die borsten.., het maakt me niet zo uit. Maar die buik! Die zit me wel dwars. Echt zo’n appelfiguur heb ik nu, gecombineerd met meer borst, billen en heupen dan ooit.
Ik roep het nog maar een keer heel hard tegen mezelf: “Eerst het koppie, daarna het lijf weer!”
Misschien dat ik het uiteindelijk ook zo ga voelen.
Heel stiekempjes aan was ik al wel iets aan het aankomen na mijn veertigste, maar toen ik begon met antidepressiva zat er prompt in een kleine twee maanden zo’n vijftien kilo aan.
Mijn medicijnen zijn eetlustbevorderend en zetten ook nog eens gewoon aan. Ik weeg nu meer dan ik ooit gewogen heb. Zelfs tijdens m’n zwangerschappen woog ik minder.
Ik weet dat deze medicatie op dít moment is wat ik nodig heb. “Eerst het koppie, daarna het lijf weer.”
Rationeel zit het wel snor, maar emotioneel is het moeilijk.
Alles is bij mij een beetje voller geworden, maar mijn buik meer dan een beetje. Laatst riep iemand me heel enthousiast toe dat het zo leuk was dat ik weer zwanger ben. Prompt riep ik terug “nee hoor, gewoon dik!” Zij schaamde zich meer dan ik, maar het is echt een pijnpuntje voor me.
Die billen, die heupen, die borsten.., het maakt me niet zo uit. Maar die buik! Die zit me wel dwars. Echt zo’n appelfiguur heb ik nu, gecombineerd met meer borst, billen en heupen dan ooit.
Ik roep het nog maar een keer heel hard tegen mezelf: “Eerst het koppie, daarna het lijf weer!”
Misschien dat ik het uiteindelijk ook zo ga voelen.
donderdag 2 november 2017
Update, na een jaar en zeven maanden
Laatst vroeg iemand me (in een mailgesprek) hoe het nu met me ging.
Een deel van wat ik diegene schreef heb ik hier neergezet.
Het werd 'per ongeluk' een hele duidelijke weergave van hoe het nu met me gaat:
"Mijn leven ‘overkomt’ me op dit moment.
Ik denk het liefst niet na over ‘straks’ of ‘vanavond’, laat staan over morgen of volgende week.
Er is gewoonweg geen ruimte voor in m’n hoofd.
De paniek slaat (in meer of mindere mate) toe als ik iets moet beloven. Plannen is erg moeilijk. En dingen beloven te gaan doen of regelen praktisch onmogelijk.
Ik slik sinds een week of drie/vier meer medicijnen tegen m’n depressie dan eerst en zelfs daar doorheen komen de zwarte wolken regelmatig. Dikke rollende zwarte wolken.
Zo heftig heb ik ze al een tijd niet meer gehad. Het is echt nog niet goed met me.
Daar komen ook een heel aantal dingen rondom de kinderen bij de laatste tijd. Leuke dingen, natuurlijk, maar ook moeilijke, zware dingen.
Buiten mijn reïntegratieproces, m’n bezoeken aan m’n 2e spoor coach, bezoeken aan de bedrijfsarts, psycholoog en huisarts (ivm de medicatie) is dit allemaal eigenlijk te veel voor me.
Maar ja, ik kan niet één van al die lijntjes stopzetten.
Bovendien lopen dingen als verjaardagen, hobby/sportafspraken, optredens en uitvoeringen van de kinderen ook nog gewoon door.
Nee, het gaat niet zo lekker met me en dat zal waarschijnlijk ook niet snel veranderen. Te veel 'moetjes' op de kaart nog, voorlopig."
Een klein inkijkje in, ja in wat.., in de stand van zaken nu. Nu, op dit moment. Volgende week kan het weer anders zijn.
Een deel van wat ik diegene schreef heb ik hier neergezet.
Het werd 'per ongeluk' een hele duidelijke weergave van hoe het nu met me gaat:
"Mijn leven ‘overkomt’ me op dit moment.
Ik denk het liefst niet na over ‘straks’ of ‘vanavond’, laat staan over morgen of volgende week.
Er is gewoonweg geen ruimte voor in m’n hoofd.
De paniek slaat (in meer of mindere mate) toe als ik iets moet beloven. Plannen is erg moeilijk. En dingen beloven te gaan doen of regelen praktisch onmogelijk.
Ik slik sinds een week of drie/vier meer medicijnen tegen m’n depressie dan eerst en zelfs daar doorheen komen de zwarte wolken regelmatig. Dikke rollende zwarte wolken.
Zo heftig heb ik ze al een tijd niet meer gehad. Het is echt nog niet goed met me.
Daar komen ook een heel aantal dingen rondom de kinderen bij de laatste tijd. Leuke dingen, natuurlijk, maar ook moeilijke, zware dingen.
Buiten mijn reïntegratieproces, m’n bezoeken aan m’n 2e spoor coach, bezoeken aan de bedrijfsarts, psycholoog en huisarts (ivm de medicatie) is dit allemaal eigenlijk te veel voor me.
Maar ja, ik kan niet één van al die lijntjes stopzetten.
Bovendien lopen dingen als verjaardagen, hobby/sportafspraken, optredens en uitvoeringen van de kinderen ook nog gewoon door.
Nee, het gaat niet zo lekker met me en dat zal waarschijnlijk ook niet snel veranderen. Te veel 'moetjes' op de kaart nog, voorlopig."
Een klein inkijkje in, ja in wat.., in de stand van zaken nu. Nu, op dit moment. Volgende week kan het weer anders zijn.
Abonneren op:
Posts (Atom)