Ik weet wat het is! Het is er rennen of stilstaan!
Er zit niks tussen, geen langzaamaan, half werk. Het moet of nu allemaal af, klaar, weg, opgeruimd of helemaal niet.
Maar dan echt helemaal niks, helaas. Dan is het moeilijk om iets anders te doen, iets ‘leuks’.
Als het rennen eenmaal begonnen is, is het niet tegen te houden en gaat er een soort adrenaline rush door me heen. Ik voel het door mijn aderen gieren. Vermoeiend.
Niet die ene wasmand moet gevouwen worden, maar allemaal. In plaats van nu eentje en straks misschien ook eentje. En morgen weer één of twee.
Niet die ene stapel boeken moet uitgezocht worden, maar het liefst meteen allemaal. Tussendoor wat heen en weer taxiën om de kinderen te halen en brengen, een boodschapje tussendoor, koken en dan nog dat kleine beetje extra. Of een tandartsbezoek, zoals vandaag.
Geen wonder dat het me (onbewust) tegenhoudt om in eerste instantie überhaupt van start te gaan. Ik voel niet meer zo zeer de bewust de Berg, de Mount Everest, het anker achter me aan, maar eerder een soort onzichtbare muur.
Mezelf door die muur heen werken is een flinke klus. Eentje waar ik vaak niet eens aan begin. Maar als ik er doorheen ben is de rem eraf. Kwijt.
Vandaag was weer zo’n dag van rennen en vliegen. En nog steeds heb ik een onbevredigd gevoel. Er ligt nog was. En zijn nog pannen niet af gewassen. Er zijn nog stapels, nee correctie, kratten met boeken die nog uitgezocht moeten worden. Maar het is bedtijd ik moet accepteren dat ik niet meer aan toe kom.
De adrenaline giert alleen nog volop door mijn aderen, dat is een beetje jammer.
Nou ja, met dit inzicht heb ik in ieder geval weer iets om volgende week te spreken bij Marjoleine. Een mens moet iets te wensen over houden, toch? Nu eerst maar eens in slaap zien te komen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten