Roos vroeg zoals altijd hoe de afgelopen week gegaan was en ik vertelde net als vorige week dat ik me voornamelijk heel leeg en heel boos heb gevoeld. Een gevoel van totale leegheid en een boos gevoel. En moe. Iets anders is er eigenlijk niet.
Samen kwamen we tot de conclusie dat het misschien een goed idee is om met de dokter mijn medicatie te bespreken. Het was voor haar een nieuwe houding van mij, een nieuwe emotie. Of, eigenlijk, een bestaande emotie die door de medicatie versterkt wordt.
Daarbij komt dat ik door deze medicijnen ontzettend ben aangekomen. Samen met de vermoeidheid geeft dat sowieso al geen prettig gevoel, laat staan als je tegen depressie aan het vechten bent.
Nadat we dit stukje hadden afgesloten vroeg ze me hoe ik me graag zou willen voelen. Uiteindelijk, als ideaalbeeld. Verder dan 'energieker', kwam ik niet. Ik weet gewoon niet waar ik naar toe wil, of ga. Ik ken het leven niet anders dan als iets waarbij je continu als een berg overal tegenop ziet.
Te beginnen in mijn schooltijd dat ik opzag tegen de lessen, het huiswerk, dat soort dingen en later in mijn werk dat ik tegen bijvoorbeeld vergaderingen op zag, moeilijke gesprekken of lange dagen. Thuis is bijvoorbeeld het eeuwig terugkerende huishouden een berg waar ik tegenop zie. Maar ook leuke dingen zijn voor mij een struikelblok.
Aanstaande zaterdag (morgen dus) ga ik eindelijk leuke workshop volgen die ik al lange tijd wil doen. Samen met een vriendin van mij. Maar de donkere gedachten hierover kwamen gisteren al bovendrijven.
Als dit weg zou vallen, die grote berg, dit depressieve gevoel, weet ik niet wat ervoor in de plaats zal komen. Ik zou geen rozengeur en maneschijn dúrven wensen, omdat ik dat nooit gekend heb. Ik wil niet iets willen dat buiten mijn bereik ligt. Ik weet niet beter dan dat er altijd 'aapjes op mijn schouder' zitten. Zaken die mijn aandacht vereisen en die ik af moet ronden (vaak met een deadline). Als iemand anders (werk of school van de kinderen) ze me niet opleggen, dan leg ik mezelf wel één of andere deadline (en bijbehorende te behalen hoge lat) op. Al dan niet bewust.
Of er een periode was, of is, in mijn leven waarop ik me goed voelde of voel, vroeg Roos. Pfoeh, daar moest ik heel lang over nadenken. Wanneer heb of had ik niet die Mount Everest voor me. Alleen op het moment dat ik met mijn man en kinderen in de auto stap om op vakantie te gaan in de zomervakantie. Als alles geregeld is, alles klaar om te gaan. Dat is het enige moment in mijn leven dat ik kan bedenken dat ik zeker weet dat ik geen deadlines heb en niets meer hoef. Roos was zichtbaar geschokt hierover.
Toen we een nieuwe afspraak maakten vroeg ze me mijn levensverhaal eens op te schrijven. En dan niet eens zozeer de feiten, maar wel herinneringen die ik heb en hoe ik me daarbij voelde.
Het is fijn dat ze daarover begon, want ik was dat zelf ook al van plan. Eens al m'n herinneringen ergens wegzetten. Alle gevoelens eens op een rijtje zetten. Ik ben benieuwd hoe ver ik kom. Vraag me herinneringen te noemen en ik kom niet ver, maar als ik het echt ga uitschrijven zal dat misschien nog best veel zijn.
Dat levensverhaal ga ik hier niet 1 op 1 overnemen. Het is namelijk míjn kijk op hoe alles ging, vroeger bij ons thuis, Ik wil niet dat -mochten bekenden deze blog ooit lezen- mensen mijn familie op een verkeerde manier gaan zien.
Waarschijnlijk zal ik hier wel wat schrijven over het proces, maar dat kan ik niet bij voorbaat zeggen. Ik schrijf hier wat in me opkomt, niet wat ik vooraf bedenk om te schrijven.