vrijdag 28 september 2018

Kanaalstenose door facethypertrofie.

Over een half uurtje moet ik gaan vertrekken naar het ziekenhuis. De MRI die ik twee weken geleden heb gehad wordt dan besproken. Mijn man gaat mee, dat vind ik heel fijn. In 2012 ben ik geopereerd aan een ruggenwervel, omdat de zenuw naar mijn linkerbeen helemaal bekneld zat. Dat is de korte versie van mijn voorgeschiedenis.

De lange versie is dat wij in februari 2010 een hond kochten en ik zou hem uit gaan laten, ik zou de zorg op me nemen, want het was mijn droom om een hond te hebben. Helaas kon ik na een paar maanden niet eens meer zonder pijn een blokje om. Het voelde dat alsof er messen op verschillende plaatsen in mijn been geduwd werden en heen en weer gewrikt werden.

Ik kreeg via de huisarts eerst een verwijzing naar een fysiotherapeut, ik moest oefeningen doen, dat hielp niks. Ik kreeg een verwijzing naar een Mensendieck therapeut. Die meldde me dat ik eigenlijk al mijn bewegingen op de juiste manier maakte, maar liet me vervolgens toch acht sessies terugkomen om ‘voor de zekerheid’ nog wat oefeningen te doen. Ik bleef gaan, omdat ik van die pijn af wilde.

De pijn werd weer niet minder. Er werden röntgenfoto’s gemaakt. Die werden beoordeeld door de sportarts van het ziekenhuis. Ach ja, er is een lichte hernia te zien. Eigenlijk niet voldoende voor deze klachten, maar iets anders was er niet te zien. “Ga eens op één been staan? Hahaha! Ja, doe maar oefeningen.” Oefeningen bij de sportfysiotherapie van het ziekenhuis.

De pijn werd niet minder, maar méér, in de loop van de tijd. Ik kreeg steeds sterkere pijnstillers, die overigens niets deden. Ik durfde echter niet te stoppen, want wellicht zou de pijn dan toch nóg heftiger worden. De foto’s werden nog een keer beoordeeld. En er werd besloten een MRI te doen, want die pijn paste niet bij het beeld. Op de MRI was niets te zien. Ik werd doorverwezen naar de pijnpoli.

We waren inmiddels alweer een aantal maanden verder. Ik kreeg een injectie met medicijnen. Wachten op het effect, wachten op de afspraak voor de evaluatie, wachten op de afspraak voor de nieuwe spuit, wachten op effect… etc. etc. Uiteindelijk kreeg ik een stroomstoot, om de zenuw tijdelijk lam te leggen. Ik zat tegen het plafond van de pijn toen de stoot gegeven werd, maar dit werd weggewuifd “Nee mevrouw, dat kan helemaal niet.”

Uiteindelijk werd er een verwijzing geschreven door deze arts, voor Blixembosch, een revalidatiecentrum. Ik moest leren leven met de pijn. Dat vond ik geen optie en vroeg nogmaals aan de arts of er niet nog een andere optie was. Een diepe zucht was het resultaat: “Nou, omdat u zo aanhoudt, zal ik u doorverwijzen naar de neurochirurg, maar denk maar niet dat hij iets voor u kan doen. Hij gaat echt niet opereren.”

En toen kwam mijn held, de neurochirurg. Hij bekeek mijn ruggenwervel niet van de zijkant, zoals dat tot dan toe steeds gedaan was, maar van bovenaf. Als doorsnede ter hoogte van mijn middel dus. Hij zei: “Mevrouw, wat moet u een pijn hebben!” Na tweeënhalf jaar pijn was er eindelijk iemand die mijn pijn bevestigde. Binnen twee weken lag ik op zijn operatietafel.

Helaas was het daarna nog niet gedaan met de pijn. Mijn zenuw had ruim tweeënhalf jaar in de verdrukking gezeten en moest ‘terugveren’. Daarbij was er een bloeduitstorting en vocht rond om de zenuw komen zitten. Tien weken heb ik heel veel pijn gehad, meer dan ervoor. Ik had liever nog tien kinderen gekregen, zoveel pijn deed het.

Daarbij kreeg ik ook allemaal goedbedoelde adviezen van mensen die zeiden dat ik echt mijn bed uit moest komen, want dat had de arts gezegd, twee weken ziekenhuisleven en dan moest het wel weer in orde zijn. Gelukkig ken ik mijn eigen lijf erg goed en ben ik daar trouw aan gebleven. Na die tien weken kon ik alles weer.

Nadien heb ik nog een periode last gehad van spit. Heftige krampen onder in mijn rug, door te veel en te lang zitten (drukke periodes op het werk). Uiteindelijk was ik bij de huisarts die een morfinespuit heeft gezet. Na een periode van wederom pillen slikken ging het ook daarmee een stuk beter, tot dit uiteindelijk helemaal weg bleef. Alles leek dus goed te gaan met mijn rug. De neurochirurg had toentertijd wel gezegd: ”Er zit rechts ook iets, maar dat is te weinig om weg te halen.” En ik hoopte maar dat het door juist gebruik van mijn rug niet zou uitgroeien tot hetzelfde probleem als links.

Maar dat deed het wel. Begin dit jaar voelde ik na een lange wandeling heel lichtjes die bekende zenuwpijn in mijn rechterbeen. Ik hoopte heel hard dat het niet méér zou worden, maar dat deed het helaas wel.

Tijdens een paardrijles (ik had het net weer een maand of twee opgepakt) kreeg ik een spitaanval. Met spit kan ik óf lopen en bezig zijn, óf platliggen. Platliggen heb je al snel gezien en aangezien we bijna op vakantie gingen koos ik voor ‘lopen en bezig zijn’. De badkamer werd van boven tot onder gereinigd (letterlijk, van plafond tot en met de vloer), álles wat ik kon bedenken werd gewassen en gevouwen, vakantiespullen werden klaar gelegd, noem maar op. Ik werkte twee dagen lang bijna aan één stuk door.

De spit trok weg, maar de zenuwpijn verergerde. Tijdens de vakantie werd het elke dag een beetje erger met als dieptepunt de nacht en dag na een heerlijk dag op een boot. Het vele duiken, springen en zwemmen vroeg zijn tol. Gelukkig trok het ergste na een dag rust wel weg, maar naar het stadje lopen ging niet meer, terwijl dat aan het begin van de vakantie nog wel kon.

Na de vakantie (we zijn maandag thuis gekomen), zat ik op dinsdag bij de huisarts, op donderdag bij de neuroloog en de woensdag erop lag ik onder het MRI-apparaat. Helaas kon de uitslag pas drie weken later besproken worden, maar goed, dat heb je niet altijd voor het kiezen.

We zijn inmiddels bij de neuroloog geweest. Een dame die ik nog niet eerder gezien had. Het was een vreemd en warrig gesprek. Ze scrolde snel op en neer door de MRI-foto, ze wees links aan en zei dat daar wel iets zat dat pijn kon veroorzaken, maar rechts eigenlijk niet. Ze vroeg of ik een doorverwijzing wilde naar de pijnpoli (dat weigerde ik), schreef me pijnstillers voor die ik nog niet kende, regelde een EMG (doormeting spieren en zenuwen) en een gesprek met de neurochirurg. Maar wel met de onderliggende boodschap dat ik eigenlijk geen pijn kon hebben.

Zwaar teleurgesteld en verward verlieten mijn man en ik het ziekenhuis weer. Ik wist bijna zeker dat de neurochirurg me wél zou opereren, maar omdat deze neuroloog zo stellig was, twijfelde ik inmiddels aan alles.

Drie dagen geleden werd ik opeens gebeld. De neuroloog… Dat ze ‘zoals we besproken hadden’ (eh…niet?) de radioloog nog eens de foto had laten beoordelen. En dat ze niet zeker wist of ze had afgesproken dat ze ons zou bellen, maar wel graag haar afspraken na wilde komen, dus toch maar belde (eh… huh??). En dat de radioloog nu zei dat er rechts wel een vernauwing zat, die voor irritatie van de zenuw kon zorgen (!!!). Nóg meer verwarring bij mij. Maar ook bevestiging van mijn gevoel: ”Zie je wel dat ik niet gek ben!! Ik wéét toch wat ik voel!!”

Gisteren stond de afspraak met de neurochirurg gepland. Hij vroeg me aan te wijzen waar de pijn zit. Dus ik liet het hele beloop zien. “Nou, dat lijkt me duidelijk” zei hij. Hij haalde de herinnering op van zes jaar geleden en liet de MRI van dit jaar zien. Hij liet in één keer heel duidelijk zien waar de beknelling zat. Notabene aan de kant die de neuroloog als ‘links’ had bestempeld!!! Terwijl op röntgen- en MRI-fotos alles altijd gespiegeld is. Het leek ook een veel helderder beeld deze keer.
Ook in dit geval is er sprake van facethypertrofie. Wildgroei van het bot van mijn ruggenwervel , waardoor de zenuw in de knel komt. (De wildgroei veroorzaakt kanaalstenose.)

De neurochirurg begon te vertellen dat we een traject met de pijnpoli in konden gaan…, maar dat… (ik wilde hem in de rede vallen met de mededeling dat ik dat echt niet wilde, omdat het toch niet helpt) "juist.., dát, dus dan ga ik u opereren." En alweer binnen twee weken!

Echt mijn held, die neurochirurg. Zes jaar geleden al, maar deze keer zeer zeker wéér!!

woensdag 29 augustus 2018

Troost gevende gedachte.

* Deze blog gaat over de dood. De dood is een gevoelig onderwerp en heel persoonlijk. Wat ik hier schrijf is mijn kijk op de dood. Ik hoop dat ik niemand met deze blog voor het hoofd stoot. Dit is namelijk echt niet mijn bedoeling.  *

We gaan allemaal een keer dood. Daarmee vertel ik je niets nieuws hoop ik. En de meesten van ons kijken daar niet naar uit. De dood van mensen die dicht bij hen staan is nog erger en wordt nog meer gevreesd vaak, omdat jíj degene bent die achter blijft.

Ik kon me al kind al heel druk maken over het idee dat we allemaal dood zouden gaa, Kon mezelf in slaap huilen bij het idee mijn opa’s en oma te moeten verliezen, mijn ouders en later mijn vriend en zo verder en zo verder.

Nog steeds is het een onderwerp waar ik niet graag over praat. Ik doe het echter wel steeds vaker. Gewoon omdat het je gaat over komen. Het gaat mij overkomen, het gaat mijn naasten overkomen, het gaat mijn kinderen overkomen. 

Een aantal jaar geleden ben ik wel anders tegen de dood aan gaan kijken. Dat kwam door een conference van een cabaretier, ik weet helaas niet meer wie. Ik weet ook niet meer precies hoe hij het bracht, maar het kwam erop neer, dat hij het zo zag, dat we allemaal een houdbaarheidsdatum hebben. Bij de één ligt die ver in de toekomst, bij de ander misschien heel dichtbij. Het is maar goed dat we die datum niet weten. Je verdient geen jaren erbij door goed gedrag, of aftrek als je in het criminele circuit hebt gezeten, je hele leven lang. Je wordt geboren met díe houdbaarheidsdatum. 
Er is niets gezegd over hoe je zult sterven, maar kom je niet onder de bus, dan stik je wel in je melk. ‘Gewoon’ omdat het jouw datum is. 

En misschien ben ik een hele rare, maar ik vind dit dus een geruststellende gedachte. Natuurlijk zijn er mensen die veel en veel te vroeg gaan, zijn er kinderen die sterven voordat hun ouders ze hebben kunnen leren kennen en verliefde stellen die al veel te snel uit elkaar gerukt worden. Ik hoop ook van ganser harte dat mijn houdbaarheidsdatum en die van ieder die ik liefheb, ver, ver in de toekomst ligt, maar mocht het voor mij de tijd zijn, mocht mijn datum aangebroken zijn, dan is het voor mij een geruststellende gedachte dat het niet mijn fout is dat ik ga. Ik kan het niet goed onder woorden brengen merk ik, en ik hoop echt dat ik niemand voor het hoofd stoot. Dat is juíst niet mijn bedoeling! Ik zoek heel hard naar de woorden die de cabaretier ervoor gebruikte. Zijn woorden klonken geruststellend en logisch. Zó logisch dat ze mij al vanaf de tijd dat ik ze hoorde rust geven. 

Nogmaals, ik wil echt nog langer niet gaan, maar áls ik ga…. dan is het blijkbaar tijd. Dan is mijn houdbaarheidsdatum verstreken. 

Mocht iemand herkennen over welke conference ik het heb, of over welk cabaretier, dan zou ik het heel graag willen weten. Ik ben een kei in Googelen (heb er zelfs ooit een prijs mee gewonnen), maar ik zoek hier al tijden naar, maar vind nog altijd niets.   

donderdag 23 augustus 2018

Een luisterend oor.

Als je je goed voelt en dat deelt met de buitenwereld is iedereen blij voor je en door jouw blije bui nemen ze deze waarschijnlijk over en zul je binnen de kortste keren blije en opgewekte mensen om je heen hebben.

Als je je helaas níet goed voelt, is het veel ingewikkelder om dit te delen met de buitenwereld. Mensen horen sowieso niet graag dat je geen idee hebt waarom je nog verder zou moeten, maar ze weten vaak ook niet hoe ze moeten reageren. Plus, net als bij een opgewekt bui, heb je grote kans dat ze je bui overnemen en chagrijnig worden. Allemaal redenen om je slechte bui niet te delen.

Echter juist bij zo'n slechte bui is het goed om het wel te delen (zegt men), omdat je zo de kans verkleint jezelf écht iets aan te doen. Bovendien is er een (kleine, in mijn ogen) kans dat iemand precies het goede weet te zeggen om je te steunen en op te beuren.

Via een vriendin van mij kwam ik op de site van Sensoor. Sensoor is dag en nacht, het hele jaar door, bereikbaar voor mensen die behoefte hebben aan een vertrouwelijk gesprek. Per mail, alle dagen van de week per chat en 24/7 per telefoon. Met dank aan ruim 1200 vrijwilligers die daarvoor training en begeleiding krijgen door deskundige beroepskrachten. Ook in het holst van de nacht, in de vroege ochtend of op een feestdag.

Ik heb hen al een aantal keer gemaild. Mailen leek me de 'veiligste weg'; het meest anoniem en minst confronterend. Het werkt natuurlijk ook wel het minder direct dan bellen of chatten, maar ik heb gemerkt dat als ik dingen op schrijf ik het beter kan plaatsen en sowieso de ergste emotie er al vanaf gaat. Dat ik al binnen een paar dagen een reactie terugkreeg was een positieve verrassing.

De grootste verrassing bleek dat de mail die ik terugkreeg begripvol en liefdevol was. Met kleine persoonlijke ervaringen erin en tips om mijn gedachten op die donkerste momenten wat minder donker te maken. Niet belerend of betuttelend, maar gewoon precies goed.

Vandaag zat ik in de auto en kon ik als het ware de donkere wolken aan zíen komen rollen. Een vervelend gevoel begon zich van mij meester te maken. In mijn poging me hiertegen te verzetten begon ik te bedenken wat ik kon doen als afleiding zodra ik thuis was. De optie 'naar bed gaan' wilde ik niet uitvoeren, omdat ik weet dat dit het probleem vaak alleen maar opschuift.

Al snel kwam de mogelijkheid in me op om Sensoor te mailen. Die geruststellende gedachte alleen al gaf me een steuntje in de rug. En dat steuntje maakt dat ik het nu hier opschrijf en deel. Ik gun namelijk iedereen zo' n steuntje. Zo'n liefdevol en begripvol 'luisterend oor'.

Nee, het lost geen wereldproblemen op. Ja, je moet daarnaast echt gewoon nog door de dag zien te komen op eigen kracht. Maar, ook ja, het is een luisterend oor dat niet mee gaat in je gevoel en binnen de kortste keren ook chagrijnig is, of met de mond vol tanden zit.

Ik plaats hier de link van Sensoor, omdat ik de weg er naartoe zo makkelijk mogelijk wil maken voor wie het dan ook nodig zou moeten hebben. Je staat er echt niet alleen voor.

DIT IS DE LINK NAAR SENSOOR

donderdag 16 augustus 2018

Echt leven

"Ik ben niet bang voor de weg die ik nog te gaan heb, omdat ik mezelf mag leren kennen. Het zal echt wel zwaar worden. Nog zwaarder dan nu, maar dat omarm ik. Omdat ik weet dat ik dan pas kan voelen wat echt leven is." 

Dit schreef ik twee jaar geleden naar een kennis van me die vroeg hoe het met me ging. Ik had geen idee meer dat ik dit geschreven heb, ik zag het vandaag terug in een mailtje. Hoe waar is het gebleken en hoe fijn voelt het om af en toe te voelen wat 'echt leven' is. 

Het is inderdaad heel zwaar geweest en dat is het nog steeds vrij regelmatig . Maar het gevoel dat ik echt leef heb ik inmiddels een paar keer mogen ervaren. Wat is dat geweldig, dat je opeens beseft dat je 'gewoon aan het leven' bent. 

Leven zonder dat het moeite kost. Zonder te moeten nadenken of je de energie die je hebt wilt steken in het één of het ander, in dit of in dat. Niet hoeven kiezen, maar gewoon doen. Niet eerst over een grote drempel moeten stappen, maar al bezig zijn voordat je er erg in hebt.

Ik heb het dan niet over grote dingen, grote klussen die al tijden op je liggen te wachten, maar over alledaagse dingen zoals koken of de vaatwasmachine inruimen. Dingen waarvan andere mensen vinden dat het 'gewoon' een klein klusje is. 


Ik heb in mijn blogs al eens vaker over gehad, over die grote drempel. Dat anker dat je achter je aan sleept en dat je afremt bij alles wat je doet. Dat er voor zorgt dat alles veel meer moeite kost dan het zou moeten kosten. Het is moeilijk uit te leggen. 

Nu ik ervaren heb hoe het is om iets 'gewoon zomaar even' te doen, begrijp ik dat mijn grote drempel, of dat anker, voor anderen niet voor te stellen zijn. 
Het gevoel van iets 'gewoon zomaar even doen' kende ik op mijn beurt namelijk helemaal niet. Als iemand dat gevoel aan mij had willen uitleggen had ik me er ook niks bij voor kunnen stellen. Hoe voelt het om iets 'gewoon zomaar even' te doen?

Zoals ik al zei heb ik dus inmiddels een paar keer ervaren hoe dat is en ik denk dat die ervaring ook onderdeel is van 'echt leven'. 

Natuurlijk zijn er geluksmomenten die het leven mooi maken. Als ik op vakantie met ons gezin om me heen kijk en iedereen plezier zie hebben, voel, en voelde ik me altijd al, gelukkig. Als ik met de hond in het bos een hert zie, voel ik me gelukkig. Als mijn kinderen me fijne verhalen vertellen over wat ze die dag deden, voel ik me gelukkig.
Ik heb ook altijd gezegd dat ik gelukkig ben. Depressief, maar intens gelukkig daaromheen.

Je kunt niet altijd leven in gelukzaligheid. Het leven is soms ook gewoon saai of naar. Het leven is soms ook gewoon koken of de vaatwasser inruimen. Maar hoe het voelt om dat 'gewoon zomaar even' te doen weet ik nu. 

Ik denk dat ik daarom kan zeggen dat ik af en toe voel hoe het is om  'echt te leven'.
Het is niet groots en meeslepend en vol van geluk. Het is iets 'gewoon zomaar even' kunnen doen.

woensdag 4 april 2018

Strijd in mijn hoofd

Voor één keer zou het fijn zijn om niet na te hoeven denk en over wat ik wil. Het lijkt de enige gedachte die ik altijd mag of zelfs moet hebben. 'Wat wil ik?' Ik wil niet nadenken. Ik wil gewoon weten.
Vertrouwen.
Doen.

Niet alles op een weegschaal leggen en nagaan of dat echt is wat ik wil. Want bij nadenken over wat ik wil, hoort direct de verantwoordelijkheid die er daar aan hangt voor anderen.
Oorzaak - gevolg. Dat idee.

Elke beslissing die ik neem heeft gevolgen. Niet alleen voor mij, maar ook voor mijn gezin. Of voor de postbode, de caissière, de hond. Alle opties moeten overwogen worden.

Het is dus niet alleen 'wat wil ik?', maar direct daar aan vast 'en hoe heeft dat effect op anderen?'
Zorgt dit voor een hap uit het budget? Zorgt dit voor meer of minder beweging? Zorgt dit ervoor dat anderen zijn of haar baan niet goed, of minder makkelijk, kunnen uitvoeren? Bezorgt het de ander een goed gevoel of helemaal niet? Is het ongezond voor de ander (en mijzelf)? Heeft de ander er meer werk door? Moet de ander er iets voor laten?

Elke beslissing heeft daarnaast ook invloed op de toekomst. Is dit goed voor mij in de toekomst? Is dit goed voor mijn gezin in de toekomst? Is dit financieel een goed idee voor de toekomst? Moeten we dan in het vervolg dingen laten of juist wel doen in de toekomst?

Natuurlijk kan ik heel hard doen alsof het me allemaal niks doet, eventjes. Maar ongemerkt kruipt het verantwoordelijkheidsgevoel toch over me heen. Steeds een klein beetje meer. Waarschijnlijk gedurende verschillende kwesties. Als een zwarte deken zakt het op me neer. Eerst lijkt het of die deken niks weegt. Ik kan het gevoel ervan negeren. Mijn fijne gevoel over betreffende beslissing of beslissingen is eventjes genoeg om die deken te dragen. Maar hoe langer die deken er ligt, hoe zwaarder die wordt. Opbeurende gedachten doen er weinig aan. Soms waait de deken even weg. Door iets wat iemand zegt of doet of iets dat er gebeurt, een meevaller. Alleen heel stilletjes komt hij toch veel te vaak en veel te snel weer terug.

Vaak ben ik me er pas van bewust als ik alweer veel te diep onder gestopt ben. Dan is de weg eronderuit veel moeilijker. Soms merk ik 'm vrij snel op en kan ik er tegen gaan vechten. Ook met wisselende resultaten trouwens. Zeker niet altijd met succes. Helaas is het niet zo dat wat de ene keer werkte om onder de deken van verantwoordelijkheid (of eigenlijk de deken van 'ik doe het toch nooit goed (genoeg)') uit te komen, de andere keer ook werkt. Resultaten uit het verleden bieden geen garantie voor de toekomst. Dat idee

Er is niks aan. Er is gewoon niks aan. Steeds weer die malende gedachten. Elke keer nadenken over wat wil ik en wat zijn de gevolgen daarvan voor anderen en moet ik me daar wel of niet druk om maken?

Op sommige dagen lijkt er niks of niet veel aan de hand. Lijk ik het allemaal redelijk onder controle te hebben. Ik draai mijn dag dan best lekker, of ik kan op tijd afleiding zoeken. Ik kook, wandel met de hond en vouw of draai een was. Voor anderen een saaie, normale dag. Voor mij mijlpalen.

Maar er zijn ook dagen dat ik me serieus afvraag of ik er ooit vanaf kom. En ook of mijn omgeving me er ooit vanaf laat komen. Kom je los van de situatie dat elk positief woord uit je mond ingelijst wordt? Of is het allemaal maar perceptie?

Gedachten, positief of negatief zijn niet wie we zijn en kunnen de omstandigheden niet veranderen. Ze kunnen wel de manier waarop we tegen de omstandigheden aankijken veranderen, ons gevoel erover veranderen. Ik weet dat gedachten stuurbaar kunnen zijn, maar ook dat is weer strijd. Van mij mag het ook wel eens een keer gewoon vanzelf gaan onderhand.


zaterdag 3 februari 2018

Spiegel

Laatst vroeg iemand me wat ik zie als ik in de spiegel kijk. Meer figuurlijk dan letterlijk.

Daar sta ik dan, voor de spiegel. Ik zie een vrouw. Ze kijkt me onderzoekend aan.
Hé! Stemmen in mijn hoofd.., daar gaan we...!

Er is ruzie achter dat spiegelbeeld. Er zijn stemmen die zeggen dat ik er best mag zijn. Dat die ondeugende blik me goed staat.

Dat ik duidelijk niet meer dat meisje ben, die ik jaren en jaren heb gezien in de spiegel, maar eindelijk de vrouw ben ik die ik wilde gaan zien. Volwassen.

'Volwassen' betekent voor mij dat je al het één en ander hebt meegemaakt. Dat je ervaring hebt. Dat je weet dat het uiteindelijk allemaal wel goed komt. Niet altijd op de manier die jij vooraf zelf bedacht of gewild had, maar uiteindelijk is het goed. Je leeft ermee.

Meteen daarop komen de andere stemmen. Ze vragen zich af waar ik het idee vandaan haal dat ik volwassen ben. Ik zie er inmiddels volwassen uit, maar weet ik hoe het zit? Tel ik inmiddels mee?

Die ondeugende blik heb je niet nodig, stel je niet aan. Je weet toch niks eigenlijk van Het Leven. Je maakt er een potje van!

De negatieve stemmen zijn er nog steeds, maar ik leer ze te zien als beschermengeltjes. Ze zorgen dat ik niet naast m’n schoenen ga lopen. Ze behoeden me ervan mezelf voorbij te lopen. Ik leer dat ik ze mag koesteren. Ik mag er naar luisteren zonder ze al te serieus te nemen. Ik leer dat ik de juiste balans moet zoeken tussen al die verschillende stemmen.

En daar ergens tussendoor leer ik wie ik dan echt ben. Welke dromen en stemmen echt bij me horen en welke niet.

Vertrouwen op ‘het komt goed’. Voor een ander zie ik dat altijd wel, voor mezelf is dat een stuk moeilijker. Ik leer te vertrouwen op alles om me heen. Ik heb in meditaties gezien dat ik het kan en dat ik vertrouwen mag hebben in mezelf en in de tijd.

Mijn hoofd weet het wel, mijn hart loopt een beetje achter.

vrijdag 26 januari 2018

Vechten

De laatste tijd heb ik regelmatig 'neutrale' dagen. Ik voel me niet top, maar ook zeker niet slecht. De ene keer krijg ik dan ook nog iets gedaan, de andere keer helemaal niets. Maar op zo'n neutrale dag maakt dat dan niet uit, ik kan er dan vrede mee hebben. Soms zitten er tegenwoordig zelfs goede dagen bij, waarop ik me lekker voel en dingen (vaak wat huishoudelijke taken) gedaan krijg.

Deze week had ik opeens een slechte dag. Een echt slechte dag. Zo'n dag die je bang maakt, omdat het lijkt dat je weer helemaal terug bij af bent. Een dag zoals ik die ik zo min mogelijk mee wil maken en die ik niemand gun.
Op zo'n dag wil ik 'uit'. Er niet zijn. Helaas kan dat niet, je neemt jezelf immers overal mee naar toe.

Het eerste wat ik altijd doe op zo'n dag is mijn man op zijn werk appen, zodat hij af en toe even kan nagaan hoe het met me gaat. En misschien heeft hij net de juiste opbeurende woorden voor me en trekt hij me eruit.

Daarna begint het vechten. Het vechten tegen dat gevoel. Het vechten tegen de destructieve gedachten en nare gedachten over mogelijke 'leuke dingen' die ik zou kunnen gaan doen. Het vechten om die gemaakte glimlach op te zetten, omdat die soms echt kan helpen. En het vechten om niet boos te worden op die stomme gemaakte glimlach.

Afgelopen woensdag had ik weer zo'n slechte dag. Nadat ik mijn man geappt had,  besloot ik op mijn fijne werkplekje op zolder te gaan zitten. Niet om te gaan tekenen, maar om een rustig muziekje op te zetten en een tijdschrift te gaan lezen. Ik had de nieuwe uitgave van Psychologie Magazine nog liggen, dus die pakte ik erbij.

Toeval bestaat niet, zeggen ze wel eens, maar deze keer is dat weer gebleken. Dit keer ging het blad namelijk voor een groot deel over zelfcompassie. Tijdens het lezen van een artikel over zelfcompassie en mindfulness bedacht ik me dat ik mezelf een brief zou kunnen schrijven. Een brief die ik aan een vriendin zou kunnen schrijven die met de gevoelens zat waar ik nu mee worstelde.
Het was zo'n idee waarvan ik eigenlijk denk "doe normaal, je houdt jezelf alleen maar voor de gek", maar aan de andere kant ook "als het voor anderen werkt, waarom dan niet voor mij?'

Dus daar kwam het 'Lieve ........', dat op zich vond ik al absurd om in te tikken, maar vooruit maar. Zo zou ik een brief aan een vriendin ook beginnen, dus ik liet het zo. Vervolgens begon ik de komende dag (waar ik me erg druk om maakte) uit elkaar te halen. Elk nieuw onderdeel van de dag benoemde ik. Ik benoemde de pijnpunten die er waren, ik liet de twijfel en de spanning toe, en als laatste probeerde ik een troostend woord en mogelijke oplossing (of verzachting van het pijnpunt) te vinden.
De hele dag haalde ik op deze manier uit elkaar en sloot af met 'en ga dan nu nog even lekker van je gezin en je avond genieten).

En warempel... het werkte! Het vechten van ervoor was verdwenen. Het paniekerig zoeken naar manieren om me niet meer zo naar te voelen was weg. De boze stem die mezelf steeds opnieuw op mijn donder gaf, omdat ik me niet door die depressiviteit moest laten kisten, het was allemaal weg.

Mijn man was inmiddels thuis gekomen en samen 'tackelden' we het avondeten en hebben we nog echt een gezellige avond gehad.
De brief  heb ik nog en bewaar ik. Ik hoop het op slechte dagen 'toevallig' tegen te komen, zodat het me misschien aanzet om weer hetzelfde te gaan doen. Mezelf aanspreken als een goede vriendin.., het is heel nieuw voor me en voelt toch wat gek, maar ik denk toch dat ik het vaker ga proberen.