maandag 13 november 2017

Genoeg is genoeg?

Te veel, te goed, is dat verkeerd? Is dat een valkuil? Overcompensatie misschien?

Neem nou koken. Meestal kook ik omdat het moet. Omdat ik vind dat je als ouder zijnde verantwoordelijk bent voor een gezonde maaltijd voor je kinderen. Dat zal iedereen het met me eens zijn. Het hoeft niet persé de moeder te zijn die kookt, maar degene die er die dag tijd voor heeft. En met een beetje geluk ook zin heeft om te koken.

Tijd om te koken heb ik de laatste anderhalf jaar natuurlijk voldoende. Ik ben vrijwel de hele dag thuis, ik zou voor een heel weeshuis kunnen koken, qua tijd.
Zin om te koken is een heel ander verhaal. Dat heb ik zelden. Ik doe het echt niet graag. Het begint al bij het bedenken wat er gegeten moet worden. Omdat we met vijf man zijn die allemaal wel iets ècht niet lusten, moet daar goed over nagedacht worden. Natuurlijk moeten kinderen (nieuwe) dingen leren eten, maar niet altijd wil ik die strijd aan gaan.

Daarnaast moet hetgeen er klaargemaakt gaat worden aansluiten bij de boodschappen die er gedaan zijn. We hebben tijdens het doen van de boodschappen al nagedacht over het weekmenu, dus dat scheelt. Alleen moet ik dan ook nog maar trek hebben in wat we vooraf bedacht hebben.

Dan is er het tijdstip dat er gekookt moet worden. Er moet rekening gehouden worden met werktijden, sportclubs, ouderavonden, etcetera. Je kunt het nooit voor iedereen goed doen, maar iedereen moet wel iets lekkers (en verantwoord) binnen krijgen. Het fijnst is dus als het goed op te warmen is.

Mijn laatste struikelpunt voor wat betreft koken is de tijd die je aan het bereiden van de maaltijd kwijt bent, in verhouding tot de tijd waarin het genuttigd wordt. Ik sta niet graag en half uur of drie kwartier in de keuken voor een maaltijd die in minder dan 15 minuten naar binnen geschoven wordt (met welke reden dan ook).
Voor mij genoeg redenen om een hekel te hebben aan koken.

Heel soms echter, krijg ik een soort van bevlieging en heb ik opeens zin om een bepaald gerecht klaar te maken. Dan sta ik vaak om half vier/vier uur al in de keuken om voorbereidingen te treffen. Tijdens die voorbereidingen krijg ik steeds meer zin in de aankomende maaltijd en steeds meer trek in bijpassende gerechtjes.

Zo is het dus voorgekomen dat ik een maaltijd op tafel zette die met Kerst prima tot zijn recht zou komen. Verschillende soorten groeten, verschillende soorten vlees en aardappels op verschillende manieren bereid. In mijn hoofd was dat allemaal heel logisch. Het vlees waar ik trek in had, vonden de kinderen niet zo lekker, de aardappels waren deels nieuw klaargemaakt en deels een restje van eerder, dat op creatieve wijze moest worden op gemaakt, en de groenten waren een mix van wat ik op dat moment wilde eten, wat ik mijn kinderen gunde, en wat er echt op moest.
Dat het organisatorisch best een gedoe was om alles op tijd klaar te hebben nam ik op de koop toe.
Iedereen was tevreden met de maaltijd (dat kon ook haast niet anders), maar ik was wel erg moe. Moe, maar voldaan, toch?!

Laatst had ik weer zo’n bevlieging. Ik wilde graag lasagne maken voor mijn dochter. Die ingrediënten hadden we wel in huis, ik moest alleen gehakt halen. Toen ik in de winkel stond, kwam ik langs het schap van de pasta’s en sauzen en zag daar cannelloni staan. Dat wilde ík graag eten! Een schaal lasagne is voor ons gezin vaak net wel, of net niet genoeg en met die cannelloni erbij zou het zeker voldoende zijn.

De ingrediënten voor cannelloni werden dus ook gekocht. Ik had het nog nooit klaargemaakt op de manier waarop ik er die dag zin in had, maar ik had er alle vertrouwen in.
Om half vier stond ik dus in de keuken gehakt, spinazie, room en pesto te mixen samen met mijn zoon. Ook hij zag het wel zitten om die cannelloni te eten.

Na de cannelloni begon ik aan de lasagne. De twee konden elkaar in de oven mooi afwisselen.
Beetje jammer dat de cannelloni wat te donker waren geworden. Hierdoor waren er een aantal niet meer lekker. Er moest dus sla bij komen om het tekort aan te vullen en om nog wat meer gezonde aspecten aan de maaltijd toe te voegen. Ik zag in de koelkast ook nog een stuk zuurkoolspek liggen dat we niet gebruikt hadden voor de erwtensoep, daar wilde ik ook nog wel iets mee proberen!
De sla werd aangevuld met eieren, paprika, komkommer, tomaat en plakjes mozzarella.
Uiteindelijk stond er dus weer voor drie gezinnen aan eten op tafel.

Ik was erg trots op mezelf. Het meeste was erg goed gelukt en smakelijk en gezond.
Mijn man en kinderen hadden natuurlijk ook niks te mopperen (wat ze ook niet deden).
Mijn mand grapte alleen maar “Genoeg is bij jou niet snel genoeg he?”

Ik zag de grap in zijn opmerking en bedacht me dat het wel handig was dat ik maandag niet hoefde te koken nu, maar het zette me ook wel aan het denken. In mijn ziekteproces ben ik ook aan het leren tevreden te zijn met ‘goed genoeg’. Niet alle stoelen, tafels en banken aan de kant schuiven als je alleen maar even ‘op het oog’ wilde stofzuigen bijvoorbeeld.

Is mijn nieuwe bevlieging (koken voor een heel weeshuis) een stap in de goede richting , want ik kook zonder tegenzin? Of is het een waarschuwing met het oog op ‘genoeg is niet genoeg’?
Het is in ieder geval wel iets dat ik voor nu maar koester, voor zolang als het duurt, maar waarbij ik wel heel goed moet opletten dat ik het inderdaad doe omdat ik het wil. En niet omdat ik vind dat het zo hoort..

Geen opmerkingen:

Een reactie posten